Zuid-Afrika en Nederland: Irene van der Linden, Jonty Skinner, Niels Bouws

In de beginjaren zestig van de vorige eeuw werd Zuid-Afrika naar aanleiding van de steeds gewelddadiger wordende Apartheidspolitiek  uitgesloten van deelname aan de Olympische Spelen met ingang van Tokyo 1964. Pas in 1992 de sporters weer welkom bij de Spelen.
Sportief was het voor voor het land een enorme opdoffer, maar het leven ging door. Een jaar voor de Olympische uitsluiting (in 1963) had een Nederlandse delegatie van EK-medaillewinnaars Klenie Bimolt, Ada Kok, Erica Terpstra, Rîa van Velsen en Adrie Lasterie o.l.v. Betty Heukels en Mevr.Vlothuizen-Foursoff,  schoonspringster Annita Smith en een groep kunstzwemsters nog wel een toer van zes weken gemaakt door het land met veel Nederlandse wortels en historie. Naast officiële wedstrijden zoals de Zuid-Afrikaanse kampioenschappen en een landenontmoeting waren er diverse demonstraties in allerlei staten en steden. Voor de ploeg was het een onvergetelijke ervaring. Latere bezoeken (zoals van Ada Kok in 1969) en Enith Brigitha (in 1973) werden door de KNZB ontraden en verboden).

Ada Kok heeft over de trip geschreven. De reis maakte diepe indruk op haar. Ook in het boek van Erica Terpstra wordt de reis genoemd. https://lezenoverzwemmen.nl/henk-lichtenveldt-ada-kok-1968/

1963 Een deel van de Nederlandse delegatie In officiële kleding bij een receptie in Zuid-Afrika .Linksonder Klenie Bimolt., daarboven Erica Terpstra, Betty Heukels, Ada Kok, Hetty Balkenende (kunstzwemmen) en Ria van Velsen. @privé afbeelding.

Karen Muir
Omgekeerd was  het wel mogelijk dat bijvoorbeeld Karen Muir, als 12-jarige de jongste wereldrecordhouder ooit, welkom was in Nederland. In 1967 maakte de toen 14-jarige topper in 1967 met haar machtige armslag veel indruk bij de Euro Zwemlust Trophy in Utrecht. Nederlandse rugslagzwemsters van toen (Cobie Sikkens en Cobie Buter) hadden niets in te brengen. Twee jaar later onttroonde zij bij dezelfde wedstrijden in Utrecht Olympisch kampioene Kaye Hall (1.06.2) als wereldrecordhoudster met 1.05.6 (1.05.58 Gatsometer).


V.l.n.r. Cobie Sikkens, Karen Muir en Cobie Buter in 1967 @Nationaal Fotoarchief

Wereldrecordhouder Jonty Skinner
Door de ontwikkelingen in haar thuisland proefde zij nooit van Olympische roem. Dat gold zeven jaar later ook voor de in de USA studerende Jonty Skinner (Universiteit van Alabama), die bij de Amerikaanse kampioenschappen alle frustratie van zich afzette en met 49.44 een halve seconde sneller was dan Jim Montgomery bij de Olympische Spelen in Montreal 1976. Later werd hij hoofd-coach van het zwemteam op de universiteit, waar ook de Nederlanders Winand Willigers (1988-1991) en diens oomzegger Laurent Bams (2016-2019) hebben getraind.

100 Free World Record

Jonty will probably not be happy about this being posted but that is what #TBT is all about!

Geplaatst door Crimson Tide Swimming and Diving op Donderdag 29 september 2016

Niels Bouws
In de jaren zestig en eerder was het niet ongewoon dat avontuurlijk ingestelde en vooral leergierige Nederlandse trainers hun heil in het (verre) buitenland zochten. Ook toen was er al sprake van globalisering. Spanje was erg in trek bij Kees Oudegeest, Jan Freese en Bert Sitters, terwijl Niels Bouws om die reden Amsterdam verruilde met Kaapstad.

Irene van der Linden, schoolslagparel van Nederlandse origine


Coach Niels Bouws en schoolslagzwemster Irene van der Linden @Facebook Niels Bouws
In 1972 kwam de door Niels Bouws getrainde Irene van der Linden naar Nederland om mee te doen met de winterkampioenschappen (NK korte baan) in de Haagse Morgenstond op o.a. de 100 en 200m schoolslag. Op dat moment was zij als pas 14-jarige zelfs Zuid-Afrikaans recordhoudster. Op de 200 meter was zij al sneller geweest dan het NR, dat Alie te Riet bij wedstrijden in Bremen eind februari had gebracht op 2.41.60.

De ouders van Irene emigreerden in de jaren vijftig naar Zuid-Afrika, waar haar vader bij de spoorwegen werkzaam was als ingenieur. Op een gegeven moment kwam de familie Van der Linden naar Kaapstad om daar vakantie houden en omdat dochter Irene graag zwom kon zij enkele weken terecht bij de zwemvereniging, waar de Nederlander Niels Bouws trainer was..

Na die vakantie en thuiskomst in Natal besloten de ouders, dat dochterlief het jaar daarop bij Bouws kon en mocht trainen, als er een familie gevonden kon worden in Kaapstad, die haar kon opnemen in hun gezin. Dat lukte en Irene kwam naar de Kaap toen ze 12 jaar oud werd.

Bij de Zuid-Afrikaanse Kampioenschappen in 1972, ze werd toen 14, brak ze het nationale record op de 200 meter schoolslag en dat was ook al sneller dan het Nederlandse record dat Alie te Riet bij wedstrijden in Bremen eind februari had gebracht op 2.41.60.

Het idee ontstond om naar Nederland te gaan en zo te proberen Irene voor de Nederlandse Olympische ploeg te kwalificeren. Ze zou dan bij haar familie in Amersfoort wonen.

De Nederlandse concurrenten van Irene van der Linden.
Links Tineke Hofland, rechts Alie te Riet. @Swimjos Archief

Zwemmers ongeluk pakt verkeerd uit
Het verhaal dat Niels Bouws mij vertelde kreeg een heel andere wending dan was voorzien: “Zelf had ik een beetje geld opzij gelegd als partner in een restaurant en wilde wel weer eens een tijdje in Amsterdam wonen bij mijn broer.” Dus we kwamen naar Nederland en trainden in het Hilversumse overdekte,  waar ook Jan Stender De Robben heeft getraind.

Bij de eerste kwalificatie wedstrijden, de Nederlandse winterkampioenschappen op de 25 meterbaan in Den Haag, werd Irene aan het einde van het inzwemmen, toen ze uit het water wilde klimmen door een crawlzwemmer, die een keerpunt-salto maakte, door zijn hielen tussen de schouders geraakt en moest zij door Dr.Elzerman worden behandeld. Meedoen aan de kampioenschappen was uitgesloten.
Het Nederlandse tweetal Tineke Hofland (ZIAN) en Alie te Riet (Zwemlust) voldeed intussen op de 100 en 200m schoolslag ruimschoots aan de Olympische limieten (1.15.8 en 2.46.3) en als de dames intensief zouden blijven trainen en op de lange baan vertrouwenwekkende tijden zouden produceren lag hun Olympische ticket vrijwel zeker klaar, zo was afgesproken met hun clubtrainers.

Irene van der Linden kon voorlopig niet meer aan de wedstrijden, er stonden landenwedstrijden in Hannover en Rome op het programma,  meedoen. Maar in de zomer stond de achterdeur voor München nog op een kier als zij alsnog sneller zou zijn dan het genomineerde duo. De blessure behandeling werd gedurende de hele zomer, op kosten van de KNZB verzekering, verder gedaan. “Heel goed”, vond Bouws.

Irene kon ook na een paar weken de training hervatten. Na overleg van Wim den Boer, toen directeur van het Bondsbureau KNZB  met Wout Gerritse, trainer van o.a. Anke Rijnders, kon Irene haar schema’s, zoals ze gewend was bij Niels Bouws in training afwerken bij AZ&PC in het zwembad in Leusden.

Bouws vervolgt met: “Bij de tweede kwalificatie mogelijkheid, de Nederlandse kampioenschappen in zwemstadion Den Hommel te Utrecht eindigde zij als tweede op de 200m schoolslag in 2.48.5, vrij goed, maar het was geen Nederlands record of snel genoeg voor de Olympische limiet (2.46.3). Ze werd niet gekozen voor de OS in München, hoewel het meisje dat derde werd wel mee mocht. We hadden er “de pest in”! Dat begrijp je wel!”

De werkelijkheid was iets genuanceerder, zoals een van de bondscoaches van toen, Nico van Dam verduidelijkte  “Het NK gold voor de reeds geselecteerden als tussenstation voor München. Dat iemand anders die tweede werd, die hiervoor gepiekt heeft, een geselecteerde kandidaat versloeg was dus goed mogelijk.” Dat betekende echter niet automatisch kwalificatie. Toen al waren er bij kwalificatie begrippen als ‘vormbehoud’ en ‘richttijden’ voor kandidaten die al op een eerder moment kwalificatie hadden afgedwongen.

Niels Bouws met zijn West-Duitse pupil Birgit Schulz bij de Wereldkampioenschappen in Madrid 1986. @Swimjos ArchiefHoe het verder verliep met trainer Niel Bouws
Niels Bouws besloot zijn verhaal als volgt: “Na de wedstrijden in Utrecht ben ik met een Nederlandse vriend, ook trainer in Zuid-Afrika, Rudy Spoor, naar München gereden, waar we  de Spelen konden bezoeken. Ik kreeg hulp van Don Gambrill en Peter Daland, de chefs van het USA-Team. Maar ook van een Duitse trainer, die Kaapstad had bezocht met een team uit Würzburg.

Daardoor kreeg ik eerst een passe-partout om bij de zwemtrainingen aanwezig te zijn en een voor de speciale tribune voor de Amis. Daar heb ik o,a, ook filmster Kirk Douglas leren kennen! Kirk zag me 4 jaar later met de Duitse Ploeg in Montreal lopen. Toen we elkaar zagen, zei hij tegen mij “You made it”!

Niels Bouws was lange tijd als coach betrokken bij de Duitse Zwembond (Deutscher Schwimm-Verband of DSV). Hij woont tegenwoordig na een verblijf in Zuid-Afrika weer in Heidelberg.