100 jaar Nederlandse kampioenschappen; van Amsterdam tot Rotterdam

Nog geen speciale kleding, maar gewoon in het knappe pak aan de bassinrand.
De Nederlandse kampioenschappen zwemmen 2020 zouden van 19 t/m 21 juni plaats vinden in het Rie Mastenbroek wedstrijd bad van het Zwemcentrum Rotterdam. Een geweldig décor omdat het dan 100 jaar geleden zou zijn dat er voor het eerst kampioenschappen zouden worden betwist op de internationaal geldende baanlengte van 50 meter. De gevolgen van de Coronapandemie stonden echter zoals bekend de organisatie van de NK 2020 in Rotterdam in de weg en het evenement moest worden afgelast. Nu wordt een ONK in december, tegelijk ook een EK- en OS-kwalificatietoernooi. We nemen wel een duik in de NK historie met een paar korte stops als voorproefje.
Rie Beisenherz, eerste Nederlandse kampioene op de 100m vrije slag

Vóór 1920: De prehistorie van het NK zwemmen
Toen het zwemmen als wedstrijdsport begon, zeg maar rond 1870, hadden de buitenzwembaden geen lengte van 25 of 50 meter zoals in de tegenwoordige tijd. Er werd al gezwommen onder de noemer ‘kampioenschappen’ maar dat gebeurde op baantjes van 20 meter. De eerste kampioensafstanden waren bijvoorbeeld over afstanden als 80 meter, 160 meter en de langste afstand, 600 meter. De slagen waren buik- of borstzwemmen (meest schoolslag) en rugzwemmen. Een ‘zwembad’ was een afscheiding in een haven, een rivier of kanaal.

In 1892 kwam er al wel een voorstel van het bondsbestuur van de Nederlandse Zwembond (NZB) om 4 kampioenschappen in te stellen, te zwemmen op de borst of zijde en de rug. Jaarlijks zouden deze worden verzwommen op een door het Bondsbestuur aan te wijzen wedstrijd. Het Amsterdamse AZ stelde toen al voor om ook de 100 meter buikzwemmen toe te voegen, maar dat plan werd afgewezen. In 1914 hield het vooruitstrevende AZ 1870, voor het eerst, wedstrijden op “internationale baanlengten” over 50, 100 en 400m. Uit de ter beschikking staande gegevens is echter nergens te vinden dat er vóór 1920 Nederlandse Kampioenschappen waren op deze afstanden. Uiteindelijk duurde het tot dat jaar voor daar sprake van was. De eerste NK-afstanden waren de 100 en 400m vrije slag, 100m rugslag en 200m schoolslag voor heren en de 100m vrije slag voor dames. De eerste kampioenen op de 100m vrije slag waren Ko Korsten en Rie Beisenherz. Het tweetal deed dat jaar ook mee aan de Olympische Spelen in Antwerpen.

 

1927 Kampioenschappen op één plaats en tijdstip
Amsterdam, dat gold als bakermat van de eerste verenigingen, bood als eerste gastvrijheid aan zwemmend Nederland. 100, 400 en 1500 vrij (ook dames), 100 rug en 200 school waren de individuele afstanden, 4×200 vrij bij de mannen en 5×50 vrij bij de dames.

1930 300m wisselslag
In de eerste jaren dat er kampioenschappen werden gehouden was er plaats voor tal van onderdelen. De 1500 meter dames in 1927 of de 5×50 meter vrije slag estafette. Ook de 300 meter wisselslag persoonlijk stond geprogrammeerd. In 1930 bijvoorbeeld toen het incourante nummer werd gewonnen door Gerrit van der Kamp. Mannen waren verplicht om in fatsoenlijke badkleding te verschijnen, een badpak dus (wel met een extra binnenbroekje)!

 

 

1940 Kampioenschappen tijdens de 2e Wereldoorlog
In de oorlogsjaren waren sportieve prestaties niet de voornaamste bron van zorg. Wel zorgde het voor de nodige afleiding. NK’s werden gehouden in de Zaandamsche Badinrichting Zaandam (1940), het Zuiderpark Den Haag (1941), het Amstelparkbad Amsterdam (1942), zwembad De Vliet (1943) en het vaak ijskoude Crailoo Hilversum (1944). In verband met de wederopbouw van ons land was er in augustus 1945 geen tijd en gelegenheid om een NK te organiseren.

1951 Sittard Getimmerd erepodium

Het jaarlijkse hoogtepunt in Nederlands was natuurlijk de nationale titelstrijd. Het erepodium bijvoorbeeld in Sittard was een bijzonder bouwwerk (trapsgewijs) en speciaal voor dit evenement in elkaar getimmerd.

1951 Het ere podium in 1951, was een zelf getimmerd houten bouwwerk – Rond 1930 was de 300 wissel ook een kampioenschaps afstand. De heren Gerrit van der Kamp (links) en Gerrit Hegi (beide in de voorgeschreven badpakken) werden één en twee. Zeer vooruitstrevend eigenlijk om de wisselslag te programmeren (rug-, school- en borstcrawl tot slot.

1958 Schiedam Open Nederlandse Kampioenschappen|
De eerste keer dat het NK de status kreeg van een ‘Open kampioenschap’ was in 1958. Op weg naar de British Empire Games (tegenwoordig Gemenebest Spelen) in Cardiff deed de vermaarde Australische damesploeg Schiedam aan. Het was koud en nat bij die kampioenschappen in de open lucht, maar dat deerde niemand. Zeker Dawn Fraser niet. De Olympische kampioene van 1956 zwom in Bad Groenoord in water van nauwelijks zeventien graden Celsius met 1.01.2 een wereldrecord op de 100 meter vrije slag en versloeg daarbij de Nederlandse top met enkele seconden. De Australische delegatie werd rondom de kampioenschappen gefêteerd en de gehele ploeg kreeg uiteraard Nederlandse klompen.

NK 1961 Heerlen: Tentenkamp en nieuwe kampioenen
De zwemvereniging Oranje Nassau organiseerde in Heerlen (het diepe zuiden) de jaarlijkse nationale kampioenschappen. Net als Groningen (1955) was de nationale titelstrijd plaats ver van de Randstad, waar tot aan de zestiger jaren de meeste Nederlandse zwemclubs van naam vandaan kwamen. Men reisde veelal per trein aan en de ligweide van het buitenzwembad Ter Worm was omgetoverd in een gigantisch tentenkamp. Zondagmiddag waren de finales rechtstreeks op de televisie!

Nog geen speciale kleding, maar gewoon in het knappe pak aan de bassinrand.
De groep mannen vormde samen de jury, allemaal in pak.

NK 1963 Apeldoorn met de Gatsometer
Hoewel de uitslagen met één cijfer achter de komma met de stencilmachine werden verstrekt, ging ook de eerste officiële automatische tijdmeting van start dankzij het in Nederland bedacht systeem, bekend als Gatsometer. Stevig aantikken was echter bepalend. Het kostte de ontroostbare Korrie Winkel de Nederlandse titel op de 100 meter rugslag.

1968 en 1972 NK in zwemstadion Den Hommel
De NK 1968 en 1972 vonden plaats ‘den Hommel’ in Utrecht, het enige echte zwemstadion dat Nederland ooit gehad heeft. Het werd gebouwd in 1966 als centrale plaats voor de Europese Kampioenschappen dat jaar. Een prachtig bad, een eigen scorebord met daarop de namen van de deelnemers, elektronische tijdwaarneming,  genoeg ruimte voor pers en toeschouwers op de tribune.  Begin jaren negentig ging het prachtige complex ten onder aan de slopershamer en moest wijken voor woningen.

1977 De eerste overdekte NK
Décor van het eerste overdekte NK was het Sportfondsenbad in Amersfoort, waar zwembad directeur Wouter Gerritse gastheer was. De oud-zwemtrainer van AZ&PC kon achteraf constateren, dat iedereen erg blij was met deze indoorkampioenschappen. ‘Amersfoort’ en ‘NK’ waren gedurende vele jaren onverbrekelijk met elkaar verbonden. Pas in 1994 kwam er een eind aan de organisatorische samenwerking van Sportfondsenbad, KNZB en AZ&PC. Vier keer kwamen de kampioenschappen nog terug in de Keistad: in de zomers van 1999 en 2002.  Na de sloop van het Sportfondsenbad en de bouw van een nieuw complex keerde de titelstrijd terug in 2018 en 2019.


2019 NK Amersfoort

Met 34 persoonlijke nummers + in totaal 8 estafettes|
6 vrije slag nummers en 3 op de rug-, school-, vlinderslag en 2 op de wisselslag; acht estafettes met daarbij 2 gemengde

2020: géén NK Rotterdam.
Voor de derde keer géén kampioenschappen (Corona-pandemie), eerder was dat 1928 (wegens Olympische Spelen in Amsterdam) en 1945 (wederopbouw na einde 2e Wereldoorlog)