Meisje van 15 jaar zwom wereldrecord 200 vlinder

Ze stond er niet bij stil dat het al weer zestig jaar geleden is, een ongelooflijk wereldrecord op de 200 meter vlinderslag in Leipzig. Zij herbeleeft het allemaal weer in een groot interview (twee pagina’s) met verslaggever Jeroen Haarsma van het Noord Hollands Dagblad van 12 juni 2020.  ”Het was toentertijd ook te veel om het echt te beseffen. Heemskerk was nog maar 15 jaar toen haar naam de krantenkolommen haalde.

Enkele fragmenten uit dat interview en van mijn kant een paar aanvullingen.

Applaus


Schwimmstadion im Sportforum  @Ansichtkaart uit Leipzig
12 juni 1960. De drie landen wedstrijd met Oost-Duitsland, Groot-Brittannië en Nederland in Leipzig met als voorproefje enkele recordpogingen. Jeroen Haarsma in het NHD: “Het is nog vóór het optrekken van de muur; toch voelt de stad in het oosten van Duitsland voor Heemskerk als een verre, vreemde wereld. Uren zit ze in de trein, om te zwemmen. Ze gaat een aanval doen op het Nederlands record, dat clubgenote Tineke Lagerberg een kleine twee jaar eerder heeft gebracht op 2.38.9. Vlinderslag is haar specialiteit, maar een 200 meter wordt nog zelden gezwommen door meisjes, zeker niet al ze zo jong zijn als Marianne. Misschien alleen in de USA, want het wereldrecord staat op naam van Becky Collins (2.37.0). Op de 200 meter denkt Heemskerk een goede kans te maken op dat record. Het moment waarop ze het zwembad betreedt, kan Heemskerk zich nog helder voor de geest halen. „Op de tribune zaten duizenden mensen. Het applaus was oorverdovend; voor een klein meisje is dat indrukwekkend. Ik liep het bad in de lengte voorbij terwijl de mensen klapten. Ik voelde mezelf groeien.” Van de race herinnert ze zich de laatste 50 meter. „Het publiek klapte mee op het ritme van mijn armslag.” Bijkomend voordeel in het moderne complex, waar twee jaar later de Europese kampioenschappen plaats vonden, was dat de watertemperatuur opgevoerd was naar 24° Celsius.


Becky Collins (links) en Tineke Lagerberg, wereldrecordhouders vóór Marianne,  op een later genomen foto in Zwolle bij de Landenwedstrijd tegen de USA in augustus 1961. @Swimjos Archief

Sneller dan de mannen
Ze tikt aan en ziet dat een Nederlandse tijdwaarnemer haar kant op loopt. „Je hebt een wereldrecord gezwommen, zei hij.” Marianne Heemskerk zwemt op 15-jarige leeftijd de snelste tijd ooit: 2.34.4. Een waanzinnige tijd, zeker omdat het Nederlandse record bij de mannen is vastgesteld op 2.37.0!! Tweeënhalve seconde sneller dan de mannen!


Olympisch erepodium 100m vlinderslag in Rome 1960 met v.l.n.r. Jane Andrew (AUS), Carolyn Schuler (USA) en Marianne Heemskerk (NED). Foto Anefo Archief Cor Pot

„Het was het meest bijzondere sportmoment uit mijn leven”, zegt Marianne Heemskerk in het NHD. Toch volgde er nog meer glorie. Een paar maanden later bij de Olympische Spelen in Rome behaalde zij een zilveren medaille op de 100m vlinderslag. Haar clubgenote Tineke Lagerberg won brons op de 400 meter vrije slag. Bijzondere overeenkomst, de meisjes waren allebei klein van stuk, rond de 1 meter 55. Lagerberg stond bekend als ‘de kabouter’.

Kilometers
Werd zij afgebeuld tijdens de trainingen? “Bij Wil Bunschoten-van Breukelen en Jan Stender werden veel meters gemaakt. Niet op hoge snelheid. We deden wel veel ‘benen’ tijdens de trainingen. Dat gold als basis op jongere leeftijd.” Na een conflict met Wil Bunschoten gaat Heemskerk over naar De Robben met Jan Stender, in de graag overdrijvende media van toen ‘de Beul van Hilversum’ genoemd. “We kregen wel opdrachten om een kilometer vlinderslag te zwemmen in de Loosdrechtse Plassen en in het zwembad Crailoo moest je wel eens 4 of 5 keer de 800 wissel zwemmen. Maar niet ‘op tijd’.

De Robben en Naarden gelden in de jaren vijftig als hofleverancier van Nederlandse, Europese en wereldrecordhoudsters. Op de 50 meterbaan vanaf 1 mei 1957) is Marianne Heemskerk nog steeds de jongste Nederlandse wereldrecordhoudster in onze zwemhistorie. Op de 25 meterbaan was dat de anderhalve maand jongere Geertje Wielema (200 rug in 1950).

Kenmerkend voor haar instelling noemt Marianne Heemskerk nog steeds haar vermogen om tijdens belangrijke wedstrijden te kunnen ‘groeien’ naar een topprestatie. Dat heeft zij meerdere malen bewezen zoals bij een geslaagde ER-poging op de 400 wissel in Rotterdam; later liet zij als trainster bij o.a. het Utrechtse Zwemlust haar pupillen op het juiste moment ‘pieken’. Zwemmen hoorde ook bij haar familie. Broer Rob Heemskerk was enkele jaren trainer/coach van de Nederlandse vrouwenwaterpoloploeg in de jaren tachtig. Zus Ineke Heemskerk behaalde NK-zilver op de 100 vlinder in 1963 en 1964. Dochter Jolanda Oudkerk zwom naar brons op de 200 vlinder bij de NK korte baan in 1987. In 1986 maakte zij deel uit van de Nederlandse ploeg bij de Europacup voor landenploegen in Malmö 1986.


Marianne en zusje Ineke Heemskerk @Zwemkroniek Archief 

Trio wereldrecordhoudsters van Olympische allure
Na Tineke Lagerberg (brons) en Marianne Heemskerk (zilver) is er nog een wereldrecordhoudster van naam van Nederlandse signatuur, die een Olypische erelijst heeft. De meest bekende van het drietal, Ada Kok. Ook zij behaalde een Olympische medaille: Goud op haar wereldrecordafstand: 200m vlinderslag en vier jaar eerder zilver op de 100 meter en de wisselslag estafette. Zij komt later in deze kolommen aan bod!

100 meter vlinderslag en drie Nederlandse wereldrecordhoudsters

Inge de Bruijn

De vierde volle week van mei is historisch geweest. Twintig jaar geleden vestigde Inge de Bruijn in één weekend wereldrecords op de 50 en 100 vrij én de 50 en 100 vlinder. Vooral het record op de 100 vlinder was sensationeel. Twee Nederlandse zwemsters waren haar in de recordhistorie vóór gegaan. Atie Voorbij in 1957 als eerste en Ada Kok  met drie wereldrecords in 1964 en 1965.

Het eerste wereldrecord op de 100 meter vlinderslag op de 50 meterbaan bij de dames werd pas per 1 mei 1957 erkend door de FINA (International Swimming Federation). Na het Congres in 1952 was al besloten dat dit de vierde slag werd naast de rug- en schoolslag en de vrije slag. De 100 vlinder stond bij Europese kampioenschappen in Turijn 1954 voor het eerst op het programma en twee jaar later was de première bij de Olympische Spelen in Melbourne. ‘Nederland’ pakte de dolfijnslag heel snel op, zeker in Hilversum waar bij De Robben trainer Jan Stender de scepter zwaaide. Mary Kok en haar clubgenote Atie Voorbij grossierden direct in wereldrecords op de korte baan, de baanlengte die per 1 mei 1957 niet meer in aanmerking kwam voor het vestigen van een wereldrecord. Een aparte lijst voor de 25 meterbaan kwam er weer vanaf 3 maart 1991 na het FINA Congres in januari 1991 in Perth.

Atie Voorbij

Atie Voorbij behoorde in 1956 tot de favorieten op de 100m vlinderslag bij de Spelen in Melbourne, maar door de Nederlandse boycot kwam zij daar niet aan de start. De eerste medailles (3 deelnemers per land) gingen naar de USA en Shelley Mann veroverde daar het goud in 1.11.00. De nummers twee en drie zwommen respectievelijk 1.11.90 en 1.14.40. Hoe goed Atie Voorbij was bewees zij bij de NK in Rhenen, Utrecht. Zij schitterde daar met een winnende tijd van 1.10.5 en vestigde het eerste officiële wereldrecord op deze afstand. “Ik had in de training laten zien helemaal geen moeite te hebben met de dolfijn-beenslag”, vertelde ze onlangs nog. “Ook in combinatie met de armslag ging dat direct heel goed.” 

Nooit was de Hilversumse later in haar loopbaan sneller. Zij behaalde vijf Nederlandse titels tussen 1956 en 1960, EK zilver in 1958 (plus goud op de 4x100m wisselslag estafette) en eindigde in de Olympische finale van Rome als vijfde.

Ada Kok

De tweede wereldrecordhoudster was Ada Kok (geboren 1947). Bij de jubileumwedstrijden van de 75-jarige KNZB in Soest verraste zij met een bejubeld wereld record van 1.06.1 (haar pr was op dat moment 1.08.7). Driekwart jaar later (30 mei 1964) kwam het volgende record bij een landenwedstrijd in Blackpool op een 55 yardsbaan (50,30m) op de klokken: 1.05.1. Voordeel was wel het zoute water.

Bij de OS in Tokio was Sharon Stouder (USA) haar toch te snel af met de winnende 1.04.7. Een jaar later pakte Ada het WR terug bij in een landenwedstrijd tegen Hongarije in Boedapest. Haar 1.04.5 van toen hield vijf jaar stand  door toedoen van de Amerikaanse Alice Jones (1.04.1).

Inge de Bruijn vestigde in 1990 haar eerste Nederlandse record op de 100 meter vlinderslag (1.00.57) en toen al werden grote daden van haar verwacht. Haar carrière en zeker haar talent kwamen pas tien jaar later tot volle wasdom met als absoluut hoogtepunt het jaar 2000. Na de acht wereldrecords (50 vrij 3, 100 vrij 1, 50 vlinder 2 en 100 vlinder 2) in de Olympische aanloop besloot het stralende boegbeeld van de Nederlandse ploeg haar seizoen met 3x goud en 1x zilver in het Aquatic Center van Sydney.

Haar eerste wereldrecord op de 100 vlinder was een complete en bijna niet te bevatten sensatie op 27 mei 2000. Nadat zij een dag eerder in Ponds Forge in Sheffield op de niet-olympische 50 vlinder 25.64 had gezwommen (WR) was zij ook op de 100 meter niet te houden. Ingeschreven met 57.96 (het WR van Jenny Thompson was 57.88) vlinderde zij in volmaakte stijl en zonder haperen naar 56.69 en liet het zwemstadion schudden op zijn grondvesten!