Trainingsstages Kerstvakantie, Enith Brigitha binnen de minuut op 100 vrij

Olympische kandidaten 1972 Anke Rijnders (boven) en Hansje Bunschoten (beneden) bij de NK in Utrecht

In de kerstvakantie van 1971/1972 ging een KNZB-zwemploeg voor het eerst op trainingsstage naar Las Palmas op Gran Canaria. In de zwemkroniek van toen is als enige berichtgeving alleen bijgaande foto met vier zwemmers in badpakken.

Wel stond er als nieuwsfeit in de kranten dat Enith Brigitha in het 50 meter bad, waar getraind werd, tijdens een snel georganiseerde wedstrijd met en tegen de eveneens aanwezige Zweedse ploeg de 100 vrij won in 59.6. Daarmee was zij de eerste Nederlandse die deze afstand in lang bad  binnen de minuut zwom.


Enith Britgitha onder de minuut en Peter Prijdekker ziet alles anders!

Nadere informatie leerde dat in de Telegraaf een foto had gestaan van de gehele afvaardiging. Initiatiefnemer was Edgar Vos, een bekende modekoning uit die tijd.  Dat was op de vrije middag een welkome afleiding tussen de vele kilometers door.

Helemaal achteraan: Cora Schouten (VZC) links en Bert Bergsma (ZIAN); daarvóór: v.l.n.r. Marianne Vermaat (VZC), Josien Elzerman (ZIAN), Wijda Mazereeuw (EZV), Alie te Riet (Zwemlust), Truus Zantvoort (de Devel), Frieke Buijs (VZC) en Bob Schoutsen (de Dolfijn);

Voorste rij: v.l.n.r. Peter Prijdekker  (ZIAN), Astrid Verver (PSV), Henny Pentermann (Kon.AZ/HDZ), Enith Brigitha (Het Y), François van Kruijsdijk (PSV) -achter hem Anke Rijnders- , Tineke Hofland (ZIAN) en coutourier Edgar Vos.

Jonge garde doet Mexicogeneratie vergeten
Na de minder goede prestatie bij de Olympische Spelen van Mexico 1968, waar alleen Ada Kok met haar titel op de 200m vlinderslag zich kon onttrekken aan de algemene malaise, leek Nederland een sombere toekomst tegemoet te gaan.


Links Jo Schreurs in gesprek met Naardencoryfeeën Linda de Boer en Ton van Klooster tijdens een training in 1970

Maar vanuit dit sombere toekomst perspectief gloorde er hoop aan de horizon. De bouw van vele overdekte zwembaden had een gunstige uitwerking op het ontstaan van nieuwe zwemclubs. Bovendien was er niet langer meer één bondscoach die de dienst uitmaakte. Een viermanschap bestaande uit de heren Nico van Dam en Jo Schreurs (bondscoaches aan de bassinrand), Jan Jiskoot en André van der Sluis (opleidingen) werkte nieuwe plannen uit, waarbij ook geluisterd werd naar de clubtrainers. Deze werden ook ingeschakeld bij grote toernooien. Dat er genoeg talent was, was al merkbaar in 1971 toen Nederland de eerste van een reeks Achtlandenwedstrijden (West-Europa) voor de jeugd van 16 jaar en jonger won en in hetzelfde jaar in Rotterdam bij de EJK in zwembad ‘de Plompert’(een open bad op het Ahoy complex) succesvol was met zes gouden en vier zilveren medailles. In het landenklassement was alleen Oost-Duitsland sterker.

In de augustusmaand regende het records bij een drielandenwedstrijd in Wald Kraiburg (vlak bij München), terwijl bij de sterk bezette landenontmoeting in het kader van de Europa Cup de dames (gemiddelde leeftijd 17 jaar) opnieuw hun visitekaartje afgaven met de tweede plaats achter de DDR, maar vóór landen als de Sovjet-Unie en Hongarije. Dit evenement vond plaats in Bratislava. De mannen hadden het moeilijker, maar ook bij hun optreden in de B-afdeling was er een topscore van uitstekende resultaten en records.

Optimisme
Volop optimisme dus richting de Olympische Spelen in München, zeker omdat er al sneller werd gezwommen dan de OS-limieten, die in 1972 op de klokken moesten komen. Dankzij de frisse wind en beleidsideeën, gesterkt door een toevloed van jeugdige talenten, werd ook het plan geboren om al in de kerstvakantie een trainingsstage te beleggen in de warmte. De keuze viel op de Canarische Eilanden en de hoofdstad Las Palmas.

Josien Elzerman als rugslagzwemster, die uiteindelijk haar beste prestatie leverde in de estafette 4x100m vrije slag (vijfde)  

Uitgenodigd werden de opvallende zwemmers bij de Zomerwedstrijden als EJK Rotterdam. Drielandenwedstrijd in Wald-Kraiburg (Zuid-Duitsland) en de Europacup evenementen in Bratislava en Turijn.

Als Olympische kanshebbers golden vooral de meisjes, die uitblonken bij de EJK naast enkele EK-gangers van 1970. De gemiddelde leeftijd van de geselecteerden was 16,7 jaar! Voor heren was er minder plaats. De ‘oudgedienden’ Henny Pentermann en Bob Schoutsen (20 ja hadden Olympische ervaring opgedaan in Mexico 1968. De uit Zuid-Afrika overgekomen Peter Prijdekker was een aanwinst voor het mannenzwemmen.

Jong en onervaren
Er waren ook volstrekte nieuwelingen afkomstig van kleine, pas opgerichte clubs uit andere delen van Nederland dan de gevestigde orde uit Amsterdam (het Y), Den Haag (ZIAN), Vlaardigen (VZC).

Voor de 16-jarige Truus Zantvoort (foto van nu) was het allemaal onbekend en gloednieuw. Zij behaalde in de zomer van 1971 in zwembad Overbosch (Voorburg)) de titel op de 200m vlinderslag en presteerde ook heel goed (tweede en derde plaatsen) bij de internationale evenementen. Dat zij mocht gaan trainen met de andere toppers leek allemaal geweldig. Er was wel een probleem. “Het was zo nieuw, zo onbekend, dat ik er niet aan kon wennen en last had van heimwee. In Frieke Buijs (VZC) had ik een plezierige kamergenote met wie ik het zelfs aandurfde om ’s morgens vroeg van uit het hotel naar zee te gaan om daar te zwemmen. Dat mocht helemaal niet van de leiding, het was wel erg leuk. Het was moeilijk om echt in de ploeg te worden opgenomen. Niemand kende mij en ik kende vrijwel niemand, behalve de meiden van VZC Vlaardingen, met wie ik zwom in de kring Rotterdam. Mijn club was De Devel uit Zwijndrecht en mijn trainer was Arie Florusse”, vertelde zij onlangs via de telefoon.

Hoewel Truus Zantvoort tot de Olympische kandidaten behoorde, kwam het er niet van. Ze had boven dien de pech onzacht met een glazen deur in aanraking te komen en dat kostte haar enkele weken herstel in een ziekenhuis. Zij denkt toch met plezier terug aan haar tijd als zwemster.

Terug naar Toen

Nico van Dam in München 1972
En de Olympische Spelen in München? Maar liefst 14 dames en 7 heren reisden naar de Beierse hoofdstad. “Nee, geen medailles, maar wel een reeks records (12 records) en goeie prestaties”, blikt coach Nico van Dam terug. “De concurrentie was moordend voor de onervaren ploeg met Olympische debutanten. Drie deelnemers per land en dat met acht plekken voor de finale. Australië, de USA, twee Duitslanden (Oost- en West Duitsland) en Rusland.”

Olympische Spelen voor Jim Corbeau te ver weg, nu probeert zoon Caspar het

Zwemmers met een dubbele nationaliteit hebben meer dan eens geprobeerd in Nederland kwalificatie af te dwingen voor een mondiaal of continentaal toernooi. Het was slecht enkelen gegund om Olympische kwalificatie te bemachtigen, als het er echt op aan kwam, lukte dat niet om verschillende redenen.

Opnieuw komt gaat Jim Corbeau proberen het beste uit zich zelf te halen bij een EK.

Weliswaar startte de Amerikaanse Nederlander uit Californië twee keer bij de Europese kampioenschappen, de Olympische Spelen van Los Angeles 1984 gingen aan zijn neus voorbij. Corbeau, woonachtig in Mountain View, Californië was de zoon van een Nederlands echtpaar in de Verenigde Staten. Zijn moeder was in zijn Via contacten met AZ&PC-trainer Leen Broer streek hij in juni 1983 voor de eerste keer neer in Nederland en de economiestudent aan de Universiteit van Berkeley leek in eerste instantie een schoolslaggeschenk uit de hemel.

EK Rome 1983
Onlangs vertelde hij zijn verhaal. “Op de universiteit trof ik medestudenten uit Zweden, Groot-Brittannië en nog meer landen. Een Italiaan wist dat er in Rome Europese kampioenschappen zouden plaats vinden en hij vond dat ik daar ook naar toe moest. Want in Nederland waren de schoolslagzwemmers niet van hoog niveau. Ik trainde toen bij Nick Thornton. Dat leek mij een goed idee. Via telefoontjes van mijn moeder naar mijn opa in Nederland kwam ik in contact met Leen Broer, waar ik vlak voor de Nederlandse kampioenschappen kon logeren en mij heel welkom voelde bij AZ&PC bij zwemmers als Frank Drost en Patrick Dybiona (met wie hij nog steeds uitstekende contact onderhoudt)” De nieuwkomer uit Californië kwam, zag en overwon en won de 100m schoolslag in 1.07.13 en klopte oudgediende Albert Boonstra (1.08.35) en nieuwkomer Theo de Graaf (1.08.40.

Te veel kilometers in laatste voorbereiding


Dat Corbeau bij de EK mocht zwemmen, was nu een feit. Helaas verliep de voorbereiding tijdens het trainingskamp in het Spaanse Reus niet volgens verwachting. “Bert Sitters ging in op een aanbieding uit Spanje en een nieuwe bondscoach was niet snel gevonden. De ploegleiding voor Rome bestond toen uit een driemanschap met Wim Geurtsen als chef-coach samen met Rian Smit en Jan Schouten  Corbeau had het zwaar in Spanje: “Ik was gewend om na enkele maanden zware training van veel kilometers, juist in de tapering off rustig aan te doen. Niet veel meters: inzwemmen 1000 meter en dan nog wat sprintjes. In Nederland werd minder intensief getraind en in de eerste week van de stage werd er dagelijks 6 of 7 kilometer afgewerkt. Aan mij was die voorbereiding niet besteed en Rome werd een tegenvaller.” Meer dan een 20-ste plaats op de 100m schoolslag was niet mogelijk en zijn snelheid op de 4x100m wisselslag estafette (10e) was onvoldoende om met zijn ploeg meer te bereiken dan de tiende plaats).

Niet opgeven, NR niet snel genoeg voor Los Angeles

“Conny van Bentum, toen mijn vriendin, zei meteen al, je moet niet snel opgeven en het volgend jaar opnieuw proberen. De KNZB-leiding adviseerde toen wel dat ik veel eerder naar Nederland moest komen. In januari 1984 heb ik vrij genomen van college en heb die raad opgevolgd. Ik logeerde toen bij Koen en zijn zoon Edsard Schlingemann. Bij de kampioenschappen op de korte baan werd ik tweede in 1.04.40 achter Ron Dekker (1.04.01). Bij de Olympische selectiewedstrijden in Amersfoort in juni versloeg ik Frank Vijver en Ron Dekker in 1.05.78, een Nederlands record. Maar het was niet snel genoeg voor uitzending naar Los Angeles, zelfs een wisselslag estafette zat er niet in. De tijden op de schoolslag en rugslag (in dit geval Petro Stalman met 58.08) waren niet snel genoeg.”

Vol spanning wachten Jim Corbeau (rechts), Frank Vijver (links) en Ron Dekker (boven) op de resultaten 100m schoolslag.

Ondanks deze teleurstelling kwam Jim Corbeau een jaar later toch weer naar Nederland en kwalificeerde zich voor de EK in Sofia, Bulgarije. Daar werd de door pech achtervolgde zwemmer  getroffen door een longontsteking!

Geen Goodwill Games en einde loopbaan
Een verzoek om reiskosten vergoeding te krijgen van de KNZB werd afgewezen end aar was de inmiddels 22-jarige schoolslagzwemmer zeer verbolgen over. Hij deed in 1986 mee met de Amerikaanse kampioenschappen in Orlando en werd op de 100 meter schoolslag vijfde in 1.04.54, een Nederlands record. Dankzij die prestatie werd Corbeau gekozen in de Amerikaanse ploeg voor de Goodwill Games in Rusland. Zo snel wisselen van zwemnationaliteit vond geen genade in de ogen van de KNZB. Dat betekende het einde van zijn zwemloopbaan.
Later keerde Jim Corbeau met zijn vrouw Shannon weer terug naar Europa en woonde tussen 1989 en 2000 afwisselend in Groot-Brittannië, Spanje en Nederland.

Caspar Corbeau
Caspar Corbeau op het podium bij de EJK in Kazan. Zilver op de 200 school

Zoon Caspar neemt de fakkel van zijn vader over en wil voor Nederland naar de Olympische Spelen in 2021 en anders Parijs 2024. Hij zwemt bij het RQM in Rotterdam, terwijl zijn broer Angus volgend jaar (2021) wil deelnemen aan de NJJK in Eindhoven.

Annemarie Verstappen eerste Nederlandse zwemster met WK-goud (1982)

Bij een kringwedstrijd in juni 1982 in Breda kreeg Annemarie Verstappen van haar trainer Honk Veldman (BZV Solar) de opdracht om op de 200 meter vanaf het startsignaal voluit te gaan en heel snel te openen. Deze aanpak paste wel in de voorbereiding naar de WK 1982, zo vertelde hij mij telefonisch, die een paar maanden later zouden worden gehouden. De eerste twee banen gingen in 58 seconden en dat stond gelijk aan een soort zelfmoordpoging op weg naar de volgende honderd meter. De toen zestienjarige zwemster kwam dan ook min of meer aanspoelen en andere trainers konden niet nalaten Veldman met enig leedvermaak te wijzen op onverstandige coaching. Maar de tijd van 2.01.7 was wel een pr. Zelf vond ik het ook wel gewaagd. Maar een verslaggever moet vooral luisteren en zijn oordeel voor zich houden.

Met trainer/coach Honk Veldman en
de laatste instructies. @Swimjos Archief

Oost-Duitse zwemsters waren net mannen
In augustus herhaalde de Brabantse haar tactiek bij de wereldkampioenschappen in Guayaquil, een havenstad in Ecuador. Dat toernooi was zij goed begonnen met zilver op de 100 vrij op slechts 0,1 seconde van de struise Oost-Duitse Birgit Meineke. Bij vertrek op Schiphol twee weken eerder had zij er zin in, hoewel het allemaal spannend was. Eerste grote vliegreis, eerste keer Zuid-Amerika en haar eerste WK. In een terugblik van het Brabants Dagblad van zaterdag 8 augustus kwam zij terug op haar ervaringen. “Spannend, natuurlijk, maar de ploeg was heel leuk met enkele leeftijdsgenoten. Oost-Duitse zwemsters waren onverslaanbaar. Het waren net mannen met hun sterke bovenarmen, niet normaal. Vergeleken met hen was ik maar een schriel meisje. Maar ik voelde me vanaf de eerste dag goed in vorm, zowel op de 100 als de 200 meter en ik had weinig last van spanning.”

De Nederlandse ploeg (9 dames en 6 heren) van bondscoach Bert Sitters was goed geacclimatiseerd dankzij de drie weken voorbereiding in Guayaquil en dat was een goede greep geweest van de ploegleiding, die verder bestond uit chef d’équipe Wil Storm, de coaches Wim Geurtsen en Rian Smit, fysiotherapeut Arnold en dokter Henk Elzerman Sr.

Ontspannen gevoel, het toverwoord in Guayaquil

Ineenstorting
Internationale volgers op de perstribune hielden hun hart vast en voorspelden een totale ineenstorting van de Nederlandse, die meer bekend stond als een gevaarlijke sprintster (zij had inmiddels zilver veroverd op die afstand) dan een tactisch gelouterde 200 meter zwemster. De favoriete, Birgit Meineke, tot dan toe de snelste in de wereld, zou ongetwijfeld toeslaan op de laatste meters, zo werd algemeen aangenomen. Verstappen, als vierde geplaatst voor de finale, gaf echter geen krimp en twijfelde alleen een beetje toen zij op 150 meter nog steeds als eerste keerde. “Straks word ik wereldkampioen, flitste het door me heen en daarna herpakte ik me direct  en kon me net op tijd concentreren op mijn slagen.”Hoewel haar voorsprong slonk tikte zij aan in een tijd onder de twee minuten en mocht zich  volstrekt onverwacht de wereldkampioene noemen! Een schitterend cadeau voor haar moeder, die in Nederland haar verjaardag vierde zonder dochterlief.
De sensatie was compleet toen ook Annelies Maas als derde finishte. “Het stadion ging uit zijn dak, want voor het eerst was een Oostduitse  zwemster verslagen. Ik zwaaide maar een beetje naar het publiek, want op een baanlijn gaan zitten of uitbundig juichen dat kwam niet bij me op. Ik was een heel bedeesd meisje en wist niet wat me overkwam”, vertelde zij 38 jaar na deze stunt aan verslaggeefste Natasja Weber.

Flabbergasted
Een absoluut kunststukje waar zij volgens de flash-interviews in de Mixed zone direct na de wedstrijd ‘flabbergasted’ ofwel sprakeloos (verbijsterd) van was. De MAVO-scholiere was inderdaad geen prater en waarschijnlijk ook totaal verrast dat haar prestatie met goud beloond was.

Uiteraard sierde een foto met de wereldkampioene en de nummer drie Annelies Maas de cover van de Zwemkroniek,

De WK in de Zuid-Amerikaanse havenstad Guayaquil maakten van Annemarie Verstappen uit het Brabantse Kruisstraat, een klein dorp in de gemeente Rosmalen, een Nederlandse zwemster van naam. Na de Tour de France viel er niet zoveel te beleven voor Nederland was de algemene gedachte. Nou ja, de NOS-televisie was niet naar Zuid-Amerika afgereisd  en Jos van Kuijeren moest het voor de NOS- radio doen met behulp van een gewone telefoon zonder technische ondersteuning van een producer. Nederland werd verder op de hoogte gehouden door krantenverslaggevers Hans van Wissen (Volkskrant) en Joop van der Flier (ANP). Ook Speedo was er bij in de persoon van Ada Kok! De aanwezige volgers hadden het goed gezien: Nederland eindigde in het landenklassement als zesde en moest bij de dames alleen grootmachten Oost-Duitsland (DDR) en de USA vóór zich dulden. Naast de vier medailles bestond de positieve balans ook uit 17 finaleplaatsen en 20 Nederlandse records (inclusief 6 jeugdrecords).

Op Schiphol met de medailles na een vermoeiende vliegreis. @Swimjos Archief

Na Guayaquil zwom Annemarie Verstappen nog vier jaar door op topniveau. Bij de WK in Madrid was zij vooral op dreef in de estafettes (3xbrons), Nooit meer voelde zij zich zo ontspannen als in 1982. Wel genoot zij van de extra’s, die een topsportloopbaan ook kan opleveren zoals een bezoek aan Australië in januari 1987 op uitnodiging van de toen bekende trainer Bill Sweetenham. In haar leven na de sport werkte zij kort voor de badpakkenfirma Golden Cup, trouwde zij en ging verder onder de naam Annemarie Janssen. Twee dochters Stephanie en Frederique (EJK 2015 Bakoe) traden in haar voetsporen. Zoon Vincent werd een bekend beroepsvoetballer en speelde o.a. voor het Nederlands elftal. En dus waren vader en moeder Janssen veelvuldig op de voetbaltribune te vinden. En zij nodigden mij uit om dat ook eens te doen bij een wedstrijd van AZ in Alkmaar. Ik mocht na afloop ook mee naar het spelershome. En dat zijn weer leuke dingen voor een zwemjournalist!

Sportvrouw van het Jaar
Dankzij de wereldtitel werd Annemarie Verstappen verkozen tot Sportvrouw van het Jaar in een live-uitzending van de AVRO-televisie. Provinciale jury’s bepaalden de uitslag en na een spannende nek-aan-nek race versloeg zij tafeltennister Bettine Vriesekoop (die dat verlies maar moeilijk kon accepteren) en Annelies Maas.

Annemarie Verstappen samen met Ada Kok (links) en Enith Brigitha, die haar voor gingen als sportvrouw van het Jaar. @Swimjos Archief

 

Johnny Weismuller, Olympische topzwemmer en beroemd op het witte doek (Me Tarzan, you Jane)

De Amerikaanse zwemmer en acteur Johnny Weissmuller werd op 2 juni 1904 als zoon van een Etnische Duitser geboren in Timisuara op de grens van Hongarije en Roemenië (toenmalige Oostenrijk-Hongaarse rijk) en kreeg de naam János Weissmüller. Toen het ventje zeven maanden oud was emigreerde het gezin Weissmuller naar de USA. Familie in Chicago ving Johnny en zijn ouders op, maar korte tijd later vestigden zij zich in de mijnstad Windber in Pennsylvania. Enige jaren later woonde de Weissmullers in Chicago, waar vader een bar uitbaatte en aan de drank raakte. Na de scheiding van zijn ouders groeide Johnny Weissmuller op bij zijn moeder. Over deze zwemmer, die na een stormachtig en bewogen leven overleed in 1984, is veel geschreven en te zien. 

Olympische Spelen
Al op jonge leeftijd ging Johnny Weissmuller zwemmen op advies van een huisarts, die zijn borstkas wat iel vond. Vele jaren later, toen hij echter door de zwemsport een behoorlijk  gespierd lichaam had gekregen, bracht een vriend hem in contact met ‘Big’ Bill Bachrasch, die zijn weldoener zou worden. Het contact met deze corpulente trainer verliep af en toe stormachtig. Hij moest al het aangeleerde vergeten en zweren dat hij alle opdrachten uitvoeren zonder vragen te stellen. “Je zult mijn slaaf zijn en me haten, maar uiteindelijk zul je ieder record breken dat je maar wilt”, zou de autoritaire coach wel eens gezegd hebben. De strenge trainer verscheen niet in trainingspak aan de badrand, maar was graag gekleed in een driedelig kostuum en een hoed. Ook een dikke sigaar behoorde bij zijn verschijning.
Tussen de bedrijven door werkte de jonge Johnny Weissmuller in het Plaza Hotel als piccolo en oefende en trainde hij in zijn vrije tijd bij de Illinois Athletic Club.

Weismuller met zijn voorganger Duke Kahanamoku  Johnny Weissmuller en zijn trainer Bill Bach

Links: Twee Olympische grootheden:  Weissmuller en de man van Hawaii Duke Kahanamoku
Rechts: De jonge Weissmuller en zijn ontdekker en trainer Bill Bachrasch (foto’s Musee Olympique Lausanne)

Weissmullers talent was aangeboren. Nieuw voor de twintiger jaren van de vorige eeuw was het accent op vooral de armen en nauwelijks benen. Zonder ooit te klagen slikte de jongen al zijn eisen en ontwikkelde een krachtige slag waardoor hij hoog in het water kwam te liggen. Bachrasch legde daarbij de nadruk op de hoofdhouding om voldoende zuurstof naar binnen te krijgen. Als er geen afscheiding van de baanlijnen met kurkdrijvers, legde de trainer soms zijn hoed op de rand van het bad en vroeg de kampioen daar recht op af te zwemmen.

Toen  Weissmuller een paspoort aanvroeg gaf hij als geboorteplaats Windber, Pennsylvania op, waardoor hij als Amerikaan mee kon doen aan internationale wedstrijden.Op 9 juli 1922 verbeterde hij het wereldrecord van Duke Kahanamoku (1.00.4) op de 100 meter vrije slag en bracht het in een 25 meterbad op 58,4 seconden. Daarmee was hij de eerste zwemmer ter wereld, die de afstand binnen de minuut kon afleggen. Twee jaar later was hij in Miami zelfs een seconde sneller met 57.4,
Op deze afstand zegevierde hij ook op de Olympische Spelen van 1924 en 1928. Bovendien was hij ook de snelste op de 400 meter vrije slag en maakte hij deel uit van het team, dat won op de 4x200m vrije slag estafette.
Ook op de Olympische Spelen in 1928 in Amsterdam won Johnny Weissmuller twee gouden medailles: 100 vrij en de estafette, op de 400 meter werd het brons.

Metro-Goldwyn-Mayer

Na de Olympische Spelen in Amsterdam verzorgde Johnny Weissmuller een groot aantal zwemdemonstraties in veel Amerikaanse steden . In 1928 maakte hij  ook voor het eerst kennis met de filmwereld. Dat ging niet zonder slag of stoot. Hij liet zich pas ‘verleiden’ tot een screentest toen hem ontmoetingen met topsterren als Greta Garbo en Clark Gable in het vooruitzicht werden gesteld. Toen anderen een producer erop attent maakte dat hij een Olympisch kampioen zwemmen was, ging het balletje pas echt rollen. Uiteindelijk tekende Weissmuller een zevenjarig contract met Metro-Goldwyn-Mayer. ‘Tarzan the ape man’ (1932) betekende de internationale doorbraak van Weissmuller als acteur. Deze rol werd eerder gespeeld door Elmo Lincoln, maar werd beroemd gemaakt door Johnny Weissmuller. Voor altijd zou zijn naam in verband worden gebracht met de stoere filmster met een ‘beperkt’ vocabulaire (Me Tarzan, you Jane). De kreet werd alleen maar in zijn eerste productie gebruikt! Een andere topzwemmer uit die tijd was Buster Crabbe en ook hij maakte furore op het witte doek . Deze 16-voudige wereldrecordhouder en Olympisch kampioen 400 meter vrije slag in Los Angeles 1932 speelde in maar liefst  170 films, …….nadat hij was afgewezen voor Tarzan.

Swimming Hall of Fame
Hoe prominent Weissmuller wel was, kwam niet alleen tot uiting in de filmwereld. Dankzij zijn in het zwembad opgebouwde faam riep de internationale sportpers hem uit de beste sportman van eerst helft 20-ste eeuw en uiteraard werd hij opgenomen in de Swimming Hall of Fame in Fort Lauderdale in Florida. Dat overkwam ook Buster Crabbe. Toen Ada Kok in gezelschap van Klenie Bimolt in 1965 op uitnodiging deel namen aan wedstrijden in Los Angeles was dat een prachtige gelegenheid om met beide heren op de foto te gaan. Ada zelf werd in 1976 opgenomen in de Amerikaanse Hall of Fame.

Illuster drietal in Los Angeles 1965 met v.l.n.r. Johnny Weissmuller, Ada Kok en Buster Crabbe @Foto privé verzameling)

Weissmuller in Nederland
Bij de Olympische Spelen in 1928 was Weissmuller een zeer bekende en geliefde verschijning, die handtekeningen uitdeelde en met ieder die dat wilde op de foto ging. Toegegeven, er waren geen sociale media, maar in de Zwemkroniek van die tijd haalde de Amerikaan het nieuws als hij weer eens een wereldrecord zwom. Een van de lezers stak zijn bewondering niet onder stoelen of banken en schreef zelfs een lofdicht op zijn idool.

 

 

Gedicht voor Johnny Weissmuller Zwemkroniek 1924

Donderdag 9 juli jl. was filmster-zwemmer Johnny Weissmuller onderwerp van gesprek in de sporthistorische rubriek van het NPO 1 Programma Langs de Lijn en Omstreken (Radio), waar schrijver dezes ook aan mocht meewerken.
Johnny Weismuller, kampioen in het zwembad en Tarzan op het witte doek: https://www.nporadio1.nl/langs-de-lijn-en-omstreken/onderwerpen/61552-2020-07-09-johnny-weismuller-kampioen-in-het-zwembad-en-tarzan-op-het-witte-doek

(deze link in de browser plakken)

Zwembad De Houtvaart in Haarlem

Nog steeds wordt de gevel van zwembad de Houtvaart in Haarlem gekenmerkt door een afbeelding van Johnny Weismuller, die daar voorafgaand aan de Olympische Spelen van Amsterdam 1928 menig training afwerkte. Reden voor Marcel Tabbers, Simon Franken (voormalig HPC-er en jeugd international) en een Italiaanse vriend om met deze beroemdheid van weleer virtueel op de foto te gaan vóór zij in het water doken.

Tot slot
(Bronnen: Encyclopedia of Swimming 1971 Pat Besford, De Olympische Spelen 1896-2004 van Athene tot Athene, Wikipedia, YouTube, https://www.google.nl/search?q=Johnny%20Weissmuller&id_event=5f1167aff9a74b7257d9e731#r)

 

Zuid-Afrika en Nederland: Irene van der Linden, Jonty Skinner, Niels Bouws

In de beginjaren zestig van de vorige eeuw werd Zuid-Afrika naar aanleiding van de steeds gewelddadiger wordende Apartheidspolitiek  uitgesloten van deelname aan de Olympische Spelen met ingang van Tokyo 1964. Pas in 1992 de sporters weer welkom bij de Spelen.
Sportief was het voor voor het land een enorme opdoffer, maar het leven ging door. Een jaar voor de Olympische uitsluiting (in 1963) had een Nederlandse delegatie van EK-medaillewinnaars Klenie Bimolt, Ada Kok, Erica Terpstra, Rîa van Velsen en Adrie Lasterie o.l.v. Betty Heukels en Mevr.Vlothuizen-Foursoff,  schoonspringster Annita Smith en een groep kunstzwemsters nog wel een toer van zes weken gemaakt door het land met veel Nederlandse wortels en historie. Naast officiële wedstrijden zoals de Zuid-Afrikaanse kampioenschappen en een landenontmoeting waren er diverse demonstraties in allerlei staten en steden. Voor de ploeg was het een onvergetelijke ervaring. Latere bezoeken (zoals van Ada Kok in 1969) en Enith Brigitha (in 1973) werden door de KNZB ontraden en verboden).

Ada Kok heeft over de trip geschreven. De reis maakte diepe indruk op haar. Ook in het boek van Erica Terpstra wordt de reis genoemd. https://lezenoverzwemmen.nl/henk-lichtenveldt-ada-kok-1968/

1963 Een deel van de Nederlandse delegatie In officiële kleding bij een receptie in Zuid-Afrika .Linksonder Klenie Bimolt., daarboven Erica Terpstra, Betty Heukels, Ada Kok, Hetty Balkenende (kunstzwemmen) en Ria van Velsen. @privé afbeelding.

Karen Muir
Omgekeerd was  het wel mogelijk dat bijvoorbeeld Karen Muir, als 12-jarige de jongste wereldrecordhouder ooit, welkom was in Nederland. In 1967 maakte de toen 14-jarige topper in 1967 met haar machtige armslag veel indruk bij de Euro Zwemlust Trophy in Utrecht. Nederlandse rugslagzwemsters van toen (Cobie Sikkens en Cobie Buter) hadden niets in te brengen. Twee jaar later onttroonde zij bij dezelfde wedstrijden in Utrecht Olympisch kampioene Kaye Hall (1.06.2) als wereldrecordhoudster met 1.05.6 (1.05.58 Gatsometer).


V.l.n.r. Cobie Sikkens, Karen Muir en Cobie Buter in 1967 @Nationaal Fotoarchief

Wereldrecordhouder Jonty Skinner
Door de ontwikkelingen in haar thuisland proefde zij nooit van Olympische roem. Dat gold zeven jaar later ook voor de in de USA studerende Jonty Skinner (Universiteit van Alabama), die bij de Amerikaanse kampioenschappen alle frustratie van zich afzette en met 49.44 een halve seconde sneller was dan Jim Montgomery bij de Olympische Spelen in Montreal 1976. Later werd hij hoofd-coach van het zwemteam op de universiteit, waar ook de Nederlanders Winand Willigers (1988-1991) en diens oomzegger Laurent Bams (2016-2019) hebben getraind.

100 Free World Record

Jonty will probably not be happy about this being posted but that is what #TBT is all about!

Geplaatst door Crimson Tide Swimming and Diving op Donderdag 29 september 2016

Niels Bouws
In de jaren zestig en eerder was het niet ongewoon dat avontuurlijk ingestelde en vooral leergierige Nederlandse trainers hun heil in het (verre) buitenland zochten. Ook toen was er al sprake van globalisering. Spanje was erg in trek bij Kees Oudegeest, Jan Freese en Bert Sitters, terwijl Niels Bouws om die reden Amsterdam verruilde met Kaapstad.

Irene van der Linden, schoolslagparel van Nederlandse origine


Coach Niels Bouws en schoolslagzwemster Irene van der Linden @Facebook Niels Bouws
In 1972 kwam de door Niels Bouws getrainde Irene van der Linden naar Nederland om mee te doen met de winterkampioenschappen (NK korte baan) in de Haagse Morgenstond op o.a. de 100 en 200m schoolslag. Op dat moment was zij als pas 14-jarige zelfs Zuid-Afrikaans recordhoudster. Op de 200 meter was zij al sneller geweest dan het NR, dat Alie te Riet bij wedstrijden in Bremen eind februari had gebracht op 2.41.60.

De ouders van Irene emigreerden in de jaren vijftig naar Zuid-Afrika, waar haar vader bij de spoorwegen werkzaam was als ingenieur. Op een gegeven moment kwam de familie Van der Linden naar Kaapstad om daar vakantie houden en omdat dochter Irene graag zwom kon zij enkele weken terecht bij de zwemvereniging, waar de Nederlander Niels Bouws trainer was..

Na die vakantie en thuiskomst in Natal besloten de ouders, dat dochterlief het jaar daarop bij Bouws kon en mocht trainen, als er een familie gevonden kon worden in Kaapstad, die haar kon opnemen in hun gezin. Dat lukte en Irene kwam naar de Kaap toen ze 12 jaar oud werd.

Bij de Zuid-Afrikaanse Kampioenschappen in 1972, ze werd toen 14, brak ze het nationale record op de 200 meter schoolslag en dat was ook al sneller dan het Nederlandse record dat Alie te Riet bij wedstrijden in Bremen eind februari had gebracht op 2.41.60.

Het idee ontstond om naar Nederland te gaan en zo te proberen Irene voor de Nederlandse Olympische ploeg te kwalificeren. Ze zou dan bij haar familie in Amersfoort wonen.

De Nederlandse concurrenten van Irene van der Linden.
Links Tineke Hofland, rechts Alie te Riet. @Swimjos Archief

Zwemmers ongeluk pakt verkeerd uit
Het verhaal dat Niels Bouws mij vertelde kreeg een heel andere wending dan was voorzien: “Zelf had ik een beetje geld opzij gelegd als partner in een restaurant en wilde wel weer eens een tijdje in Amsterdam wonen bij mijn broer.” Dus we kwamen naar Nederland en trainden in het Hilversumse overdekte,  waar ook Jan Stender De Robben heeft getraind.

Bij de eerste kwalificatie wedstrijden, de Nederlandse winterkampioenschappen op de 25 meterbaan in Den Haag, werd Irene aan het einde van het inzwemmen, toen ze uit het water wilde klimmen door een crawlzwemmer, die een keerpunt-salto maakte, door zijn hielen tussen de schouders geraakt en moest zij door Dr.Elzerman worden behandeld. Meedoen aan de kampioenschappen was uitgesloten.
Het Nederlandse tweetal Tineke Hofland (ZIAN) en Alie te Riet (Zwemlust) voldeed intussen op de 100 en 200m schoolslag ruimschoots aan de Olympische limieten (1.15.8 en 2.46.3) en als de dames intensief zouden blijven trainen en op de lange baan vertrouwenwekkende tijden zouden produceren lag hun Olympische ticket vrijwel zeker klaar, zo was afgesproken met hun clubtrainers.

Irene van der Linden kon voorlopig niet meer aan de wedstrijden, er stonden landenwedstrijden in Hannover en Rome op het programma,  meedoen. Maar in de zomer stond de achterdeur voor München nog op een kier als zij alsnog sneller zou zijn dan het genomineerde duo. De blessure behandeling werd gedurende de hele zomer, op kosten van de KNZB verzekering, verder gedaan. “Heel goed”, vond Bouws.

Irene kon ook na een paar weken de training hervatten. Na overleg van Wim den Boer, toen directeur van het Bondsbureau KNZB  met Wout Gerritse, trainer van o.a. Anke Rijnders, kon Irene haar schema’s, zoals ze gewend was bij Niels Bouws in training afwerken bij AZ&PC in het zwembad in Leusden.

Bouws vervolgt met: “Bij de tweede kwalificatie mogelijkheid, de Nederlandse kampioenschappen in zwemstadion Den Hommel te Utrecht eindigde zij als tweede op de 200m schoolslag in 2.48.5, vrij goed, maar het was geen Nederlands record of snel genoeg voor de Olympische limiet (2.46.3). Ze werd niet gekozen voor de OS in München, hoewel het meisje dat derde werd wel mee mocht. We hadden er “de pest in”! Dat begrijp je wel!”

De werkelijkheid was iets genuanceerder, zoals een van de bondscoaches van toen, Nico van Dam verduidelijkte  “Het NK gold voor de reeds geselecteerden als tussenstation voor München. Dat iemand anders die tweede werd, die hiervoor gepiekt heeft, een geselecteerde kandidaat versloeg was dus goed mogelijk.” Dat betekende echter niet automatisch kwalificatie. Toen al waren er bij kwalificatie begrippen als ‘vormbehoud’ en ‘richttijden’ voor kandidaten die al op een eerder moment kwalificatie hadden afgedwongen.

Niels Bouws met zijn West-Duitse pupil Birgit Schulz bij de Wereldkampioenschappen in Madrid 1986. @Swimjos ArchiefHoe het verder verliep met trainer Niel Bouws
Niels Bouws besloot zijn verhaal als volgt: “Na de wedstrijden in Utrecht ben ik met een Nederlandse vriend, ook trainer in Zuid-Afrika, Rudy Spoor, naar München gereden, waar we  de Spelen konden bezoeken. Ik kreeg hulp van Don Gambrill en Peter Daland, de chefs van het USA-Team. Maar ook van een Duitse trainer, die Kaapstad had bezocht met een team uit Würzburg.

Daardoor kreeg ik eerst een passe-partout om bij de zwemtrainingen aanwezig te zijn en een voor de speciale tribune voor de Amis. Daar heb ik o,a, ook filmster Kirk Douglas leren kennen! Kirk zag me 4 jaar later met de Duitse Ploeg in Montreal lopen. Toen we elkaar zagen, zei hij tegen mij “You made it”!

Niels Bouws was lange tijd als coach betrokken bij de Duitse Zwembond (Deutscher Schwimm-Verband of DSV). Hij woont tegenwoordig na een verblijf in Zuid-Afrika weer in Heidelberg.

NK-gangers uit het buitenland met een Nederlands paspoort (2)

Roger van Hamburg (links)

Na de Olympische Spelen van Mexico 1968 met goud voor Ada Kok op de 200m vlinderslag was het Nederlandse zwemmen dringend toe aan nieuwe impulsen. Na ingrijpende veranderingen in de technische KNZB-staf gloorde er al weer hoop voor de vier nieuwe bondsadviseurs Jiskoot, Van der Sluis, Schreurs en Van Dam. In eigen land manifesteerden zich talenten als Linda de Boer (15) en Anke Rijnders (14) en bovendien kwamen twee Nederlandse paspoorthouders uit verre landen uit de lucht vallen: Roger van Hamburg en Peter Prijdekker.

NK-gangers uit het buitenland met een Nederlands paspoort (2)

Roger van Hamburg: 5 april 1954 Cardon (Venezuela)

Roger van Hamburg en Linda de Boer, beste zwemmer en zwemster bij de NK 1969 Breda @Fotocollectie Anefo

In april 1968 maakte een 14-jarige jongen vanuit het verre Oosten zijn opwachting in Nederland, waar hij zou starten in de jeugdinterland tegen Zweden. Zijn vader was werkzaam bij de Shell en zoon Roger zwom bij Forbes Carlile in New South Wales (Australië). De Nederlandse recordlijst bij de jeugd en de senioren zou menig verandering ondergaan in de eerste twee jaar dat hij voor Nederland uitkwam bij landenwedstrijden en NK.

Roger van Hamburg maakte enkele jaren geleden een korte samenvatting van zijn leven in een e-mailbericht. “Omdat mijn vader een baan had bij Shell International woonden we op verschillende plekken in de wereld. Zo kon het gebeuren dat ik begon met wedstrijdzwemmen en trainen bij Forbes Carlile toen we in Sydney verbleven. Wij hadden het erg naar ons zin daar en zijn er blijven wonen.

Na de Olympische Spelen in München ging ik weer terug naar Sydney om mijn High School af te ronden, gevolgd door een Economie studie aan de Macquarie University. Het was eigenlijk de bedoeling om het zwemmen weer op te pakken, maar enkele blessures, opgelopen tijdens de Rugby Union (gebroken ribben en een sleutelbeenbreuk) maakten een eind aan mijn ambities.

Mijn vrouw (een Australische Olympisch zwemster in Mexico’68) en ik bouwden halverwege de jaren tachtig een nieuw huis met een zwembad en openden een zwemschool , waar we wekelijks aan 400 kinderen les konden geven. We kregen twee kinderen. Sasha heeft in de nationale ploeg gezwommen (400 wissel) bij verschillende toernooien en zoon Andrew was professioneel surfer.”

Sasha trouwde met Adam Pine, estafette zwemmer (goud en zilver) bij de Spelen van Sydney 2000 en in Athene 2004 deelnemer op de 100 vlinder. Adam Pine is betrokken bij het Australische Paralympische zwemteam. Zij hebben twee kinderen, die ook zijn gaan zwemmen. Max heeft Geoff Huegill en Todd Pearson als “peetvaders” en Buster heeft Ian Thorpe en Michael Klim als “peetvaders”

Van Hamburg in Nederland

Als jeugdzwemmer kwam Roger van Hamburg diverse keren vanuit Down Under (1968 en 1969) over naar Nederland. De pupil van de in Nederland als bondscoach aangestelde Forbes Carlile (1962-1964) grossierde direct in Nederlandse titels en vestigde vele records. Bij de Europese jeugdkampioenschappen in Wenen 1969 stond de Nederlandse Australiër, bij het Vlaardingse VZC getraind door Jaap Ploeg, twee maal op het hoogste podium (400 en 1500m vrije slag) en behaalde daar voor Nederland brons op de 100m vrije slag.

Twee seizoenen was er weinig nieuws rond Van Hamburg, maar In 1972 volgde nog één maal een tijdelijke verhuizing met het doel Olympische uitverkiezing af te dwingen en daarom sloot hij zich aan bij het Haagse ZIAN, waar de familie Elzerman en o.a.ook Bert Bergsma trainde bij Charles Razoux Schultz. Hij slaagde daarin, maar kon zich in München niet waar maken op zijn specialiteit, de 400 meter wisselslag. Ook maakte hij deel uit van de estafetteploeg 4x200m vrije slag, die in de Beierse hoofdstad tiende werd.

Peter Prijdekker (22 juni 1948 ’s Gravenhage)

Peter Prijdekker met zijn Olympische badge van München 1972

Met zijn lengte van één meter vijfennegentig torende Peter Prijdekker praktisch boven al zijn tegenstanders uit toen hij in 1970 debuteerde bij de Nederlandse kampioenschappen in Leeuwarden. Hij was daar ook een volstrekte nieuweling, omdat hij twintig jaar lang in Zuid-Afrika had gewoond.

Familie omstandigheden dwongen hem er toe om samen met zijn moeder naar Nederland terug te keren. In Johannesburg, bij de vereniging Zoo Lake, was hij een topper, die bij Zuid-Afrikaanse kampioenschappen al prima tijden had geproduceerd. Daar trainde hij bij André van Asselt. In Den Haag stond Charles Razoux Schultz aan de bak in het Zuiderparkbad (lb) of het overdekte De Regentes (kb).

Vooral in 1971 bleek Prijdekker voor de Nederlandse mannenploeg een enorme aanwinst. Zo was hij de eerste  Nederlandse zwemmer, die de 200 meter vrije slag op de 50 meterbaan binnen de 2 minuten aflegde. Zes maal zou de balie-employé van een reisbureau het NR verbeteren en mede dankzij zijn aanwezigheid werd een 4×200 vrij-ploeg van louter ZIAN-zwemmers afgevaardigd naar de Olympische Spelen in München.

Voor de Nederlandse afvaardiging was de kwalificatie van estafette 4×200 meter vrije slag een meevaller, omdat het NOC wel moest toen een viertal van het Haagse ZIAN tijdens de NK in Den Hommel 7.59.6 zwom en daarmee een Nederlands record zwom en tot de beste acht landenteams op de wereldranglijst hoorde. De ploeg bestond toen uit Peter Prijdekker, Bert Bergsma, Roger van Hamburg en Hans Elzerman. In die samenstelling kwam het viertal ook in München aan de start in de series. De vierde deelnemersplaats was eigenlijk bestemd voor Ton van Klooster (1500 meter specialist), omdat Hans Elzerman in Utrecht niet persoonlijk was gestart op de 200 meter vrije slag.  Een swim-off tijdens de training werd gewonnen door Elzerman, uitblinker op de school- en wisselslag.

Dat toernooi was het enige top-evenement waarbij de 8-voudig Nederlands kampioen, die 10 NR’s op zijn naam schreef, de Nederlandse kleuren verdedigde. Net als veel van zijn ploeggenoten, vond hij het welletjes na München en was later alleen nog als Master actief in het zwembad. Peter Prijdekker woont nu met zijn partner in het Spaanse Sitges (nabij Barcelona).


Olympische ontmoeting in 2009 met Bert Bergsma (oranje zwembroek), Hans Elzerman (blauwe zwembroek) en geheel rechts op de foto ernaast Peter Prijdekker,

Reünie estafette 4×200 m vrije slag OS München 1972

Op 1 augustus 2009 vond een weerzien plaats tussen drie van de vier leden van de estafetteploeg 4 x 200 meter vrije slag die deelnam aan de gedenkwaardige Olympische Spelen in München 1972.

Bert Bergsma, Roger van Hamburg en Hans Elzerman waren door vrienden van Peter Prijdekker uitgenodigd om na 37 jaar elkaar weer te ontmoeten. Dit was een lang gekoesterde wens van Peter en voor zijn 61e verjaardag werden kosten noch moeite gespaard om deze wens in vervulling te laten gaan. Roger van Hamburg (Australië) ontbrak helaas, maar voor de overige drie heren was het een onvergetelijk weerzien.

NK-gangers uit het buitenland met een Nederlands paspoort

In de afgelopen 100 jaar, waarin Nederlandse kampioenschappen zijn gehouden, waren op dat ‘thema’ allerlei variaties. In de eerste helft was alles voorspelbaar met gaandeweg een uitbreiding van het aantal nummers. Dat Nederlanders overal ter wereld worden gesignaleerd bewijzen de NK- startlijsten met zwemmers, die opgroeiden in Noord- en Zuid-Amerika, Zuid-Afrika, Australië, Azië of landen in Europa. Kinderen van ondernemende ouders. Van vroeger (Piet Stam uit Nederlands Indië in 1936 voor Berlijn) tot aan Caspar Corbeau nu in voorbereiding op OS-kwalificatie

NK-gangers uit het buitenland met een Nederlands paspoort, deel 1

Vier Nederlandse topzwemmers in Berlijn 1936. Links de 17-jarige Pieter Stam en dan van links naar rechts Stans Scheffer, Piet Metman en Bertus Mooi

Jongen uit Nederlands Indië plaatst zich voor Berlijn
NK-deelnemers kwamen in het begin natuurlijk uit Nederland of uit de Nederlandse gebiedsdelen overzee. Vóór de Tweede wereldoorlog waren dat zwemmers uit het verre Nederlands Indië (nu Indonesië), bijvoorbeeld van de club Neptunus Bandoeng. Piet Stam slaagde er zelfs in zich te plaatsen voor de Olympische Spelen in Berlijn 1936.
De in Nederlands-Indië geboren Stam (in 1919) begon op zijn tiende met zwemmen, maar beoefende pas sinds 1934 – toen zijn vader werd overgeplaatst naar Bandoeng – serieus de zwemsport. Hij trok twee jaar later de aandacht van de Nederlandse zwembond, die aangaf dat er wellicht deelname aan de Olympische Zomerspelen in Berlijn in zat. Hij moest dan de 100 meter vrije slag zwemmen in een tijd rond de minuut. Hij voldeed met 1.00.4 aan die eis op 4 april 1936 bij wedstrijden in Soerabaja op het eiland Java en vestigde tevens een Nederlands record. Zijn 5.002 op de 400 meter leverde hem nog een NR en tevens een Olympisch startbewijs op.
Samen met schoonspringer Hannes Haasman reisde hij naar Nederland, waar hij in het weekend van 11/12 juli in Gouda met overmacht de Nederlandse titels greep op de 100 en 400 meter vrije slag (1.01.2 en 5.15.2). De 17-jarige was een klasse apart, maar nog niet snel genoeg om in Berlijn verder te komen dan de series. Op de 100 meter vrije slag zwom hij een tijd van 1.01.3. Het Olympische avontuur was het enige uitstapje, dat hij zich veroorloofde. Voor de EK in Londen 1938 reisde hij niet meer de halve wereld over per schip. In totaal vestigde hij 12 Nederlandse records.

‘Nederlandse Amerikaan’ 
Als pas beginnend lezer van de Zwemkroniek in de jaren zestig trof ik een voor mij onbekende zwemmer uit een ander continent. Bij de NK in Den Haag 1964 probeerde de in Amerika wonende en studerende Bob Kammeijer zich via de 4x100m vrije slag estafette te plaatsen voor de Spelen in Tokio, maar met een tijd van net boven de 57 seconden (vijfde) lukte dat niet. Een jaar later kwam de zoon van DZV-waterpolo speler Kick Kammeijer weer naar Nederland om mee te doen aan de NK in de gloednieuwe Aquarena van Emmen (overdekt met een uitschuifbaar dak). Nu werd hij met 56.9 (serie 56.5) op de 100m vrije slag tweede achter Bert Sitters (56.2) en daarmee verdiende hij een plaats in de Nederlandse ploeg, die in augustus in Boedapest Hongarije trof in een landenontmoeting. In Emmen zegevierde Kammeijer met het Haagse ZIAN, in de samenstelling Ron Verroen, Nico van der Voet, Aad Oudt en Bob Kammeijer op de 4x200m vrije slag estafette en mocht zich kampioen van Nederland noemen.

In zweméquipe voor landenwedstrijd tegen Hongarije

Kammeijer, de enige ‘zwemliefhebber in het gezin met vier zonen in het Californische Mountain View (50km van San Francisco), hoopte na zijn eerste jaar een paar keer terug te komen met het doel in het zwemmen iets te bereiken. Zijn ouders woonden al een jaar of tien in de USA.
Toch liep alles anders, nadat hij nog eens de zomermaanden doorbracht in Nederland toen zijn naam voor de derde keer prijkte op de NK-startlijsten in Groningen 1967, waar hij op de 100 vrij nog eens als tweede eindigde.
Kennelijk voerde toch zijn studie Heilgymnastiek en Massage de boventoon en was de Amerikaanse Nederlander niet meer in de gelegenheid de zomer in Nederland door te brengen en zo vervloog de Olympische droom. (word vervolgd)

Links Bob Kammeijer als lid van de 4×200 vrijploeg van het Haagse ZIAN, die in Emmen de Nederlandse titel greep. Verder v.l.n.r. Nico van der Voet, schutter in het Nederlands waterpolo zevental, Ron Verroen en tweevoudig Olympiër Aad Oudt.