Trainingsstages Kerstvakantie, Enith Brigitha binnen de minuut op 100 vrij

Olympische kandidaten 1972 Anke Rijnders (boven) en Hansje Bunschoten (beneden) bij de NK in Utrecht

In de kerstvakantie van 1971/1972 ging een KNZB-zwemploeg voor het eerst op trainingsstage naar Las Palmas op Gran Canaria. In de zwemkroniek van toen is als enige berichtgeving alleen bijgaande foto met vier zwemmers in badpakken.

Wel stond er als nieuwsfeit in de kranten dat Enith Brigitha in het 50 meter bad, waar getraind werd, tijdens een snel georganiseerde wedstrijd met en tegen de eveneens aanwezige Zweedse ploeg de 100 vrij won in 59.6. Daarmee was zij de eerste Nederlandse die deze afstand in lang bad  binnen de minuut zwom.


Enith Britgitha onder de minuut en Peter Prijdekker ziet alles anders!

Nadere informatie leerde dat in de Telegraaf een foto had gestaan van de gehele afvaardiging. Initiatiefnemer was Edgar Vos, een bekende modekoning uit die tijd.  Dat was op de vrije middag een welkome afleiding tussen de vele kilometers door.

Helemaal achteraan: Cora Schouten (VZC) links en Bert Bergsma (ZIAN); daarvóór: v.l.n.r. Marianne Vermaat (VZC), Josien Elzerman (ZIAN), Wijda Mazereeuw (EZV), Alie te Riet (Zwemlust), Truus Zantvoort (de Devel), Frieke Buijs (VZC) en Bob Schoutsen (de Dolfijn);

Voorste rij: v.l.n.r. Peter Prijdekker  (ZIAN), Astrid Verver (PSV), Henny Pentermann (Kon.AZ/HDZ), Enith Brigitha (Het Y), François van Kruijsdijk (PSV) -achter hem Anke Rijnders- , Tineke Hofland (ZIAN) en coutourier Edgar Vos.

Jonge garde doet Mexicogeneratie vergeten
Na de minder goede prestatie bij de Olympische Spelen van Mexico 1968, waar alleen Ada Kok met haar titel op de 200m vlinderslag zich kon onttrekken aan de algemene malaise, leek Nederland een sombere toekomst tegemoet te gaan.


Links Jo Schreurs in gesprek met Naardencoryfeeën Linda de Boer en Ton van Klooster tijdens een training in 1970

Maar vanuit dit sombere toekomst perspectief gloorde er hoop aan de horizon. De bouw van vele overdekte zwembaden had een gunstige uitwerking op het ontstaan van nieuwe zwemclubs. Bovendien was er niet langer meer één bondscoach die de dienst uitmaakte. Een viermanschap bestaande uit de heren Nico van Dam en Jo Schreurs (bondscoaches aan de bassinrand), Jan Jiskoot en André van der Sluis (opleidingen) werkte nieuwe plannen uit, waarbij ook geluisterd werd naar de clubtrainers. Deze werden ook ingeschakeld bij grote toernooien. Dat er genoeg talent was, was al merkbaar in 1971 toen Nederland de eerste van een reeks Achtlandenwedstrijden (West-Europa) voor de jeugd van 16 jaar en jonger won en in hetzelfde jaar in Rotterdam bij de EJK in zwembad ‘de Plompert’(een open bad op het Ahoy complex) succesvol was met zes gouden en vier zilveren medailles. In het landenklassement was alleen Oost-Duitsland sterker.

In de augustusmaand regende het records bij een drielandenwedstrijd in Wald Kraiburg (vlak bij München), terwijl bij de sterk bezette landenontmoeting in het kader van de Europa Cup de dames (gemiddelde leeftijd 17 jaar) opnieuw hun visitekaartje afgaven met de tweede plaats achter de DDR, maar vóór landen als de Sovjet-Unie en Hongarije. Dit evenement vond plaats in Bratislava. De mannen hadden het moeilijker, maar ook bij hun optreden in de B-afdeling was er een topscore van uitstekende resultaten en records.

Optimisme
Volop optimisme dus richting de Olympische Spelen in München, zeker omdat er al sneller werd gezwommen dan de OS-limieten, die in 1972 op de klokken moesten komen. Dankzij de frisse wind en beleidsideeën, gesterkt door een toevloed van jeugdige talenten, werd ook het plan geboren om al in de kerstvakantie een trainingsstage te beleggen in de warmte. De keuze viel op de Canarische Eilanden en de hoofdstad Las Palmas.

Josien Elzerman als rugslagzwemster, die uiteindelijk haar beste prestatie leverde in de estafette 4x100m vrije slag (vijfde)  

Uitgenodigd werden de opvallende zwemmers bij de Zomerwedstrijden als EJK Rotterdam. Drielandenwedstrijd in Wald-Kraiburg (Zuid-Duitsland) en de Europacup evenementen in Bratislava en Turijn.

Als Olympische kanshebbers golden vooral de meisjes, die uitblonken bij de EJK naast enkele EK-gangers van 1970. De gemiddelde leeftijd van de geselecteerden was 16,7 jaar! Voor heren was er minder plaats. De ‘oudgedienden’ Henny Pentermann en Bob Schoutsen (20 ja hadden Olympische ervaring opgedaan in Mexico 1968. De uit Zuid-Afrika overgekomen Peter Prijdekker was een aanwinst voor het mannenzwemmen.

Jong en onervaren
Er waren ook volstrekte nieuwelingen afkomstig van kleine, pas opgerichte clubs uit andere delen van Nederland dan de gevestigde orde uit Amsterdam (het Y), Den Haag (ZIAN), Vlaardigen (VZC).

Voor de 16-jarige Truus Zantvoort (foto van nu) was het allemaal onbekend en gloednieuw. Zij behaalde in de zomer van 1971 in zwembad Overbosch (Voorburg)) de titel op de 200m vlinderslag en presteerde ook heel goed (tweede en derde plaatsen) bij de internationale evenementen. Dat zij mocht gaan trainen met de andere toppers leek allemaal geweldig. Er was wel een probleem. “Het was zo nieuw, zo onbekend, dat ik er niet aan kon wennen en last had van heimwee. In Frieke Buijs (VZC) had ik een plezierige kamergenote met wie ik het zelfs aandurfde om ’s morgens vroeg van uit het hotel naar zee te gaan om daar te zwemmen. Dat mocht helemaal niet van de leiding, het was wel erg leuk. Het was moeilijk om echt in de ploeg te worden opgenomen. Niemand kende mij en ik kende vrijwel niemand, behalve de meiden van VZC Vlaardingen, met wie ik zwom in de kring Rotterdam. Mijn club was De Devel uit Zwijndrecht en mijn trainer was Arie Florusse”, vertelde zij onlangs via de telefoon.

Hoewel Truus Zantvoort tot de Olympische kandidaten behoorde, kwam het er niet van. Ze had boven dien de pech onzacht met een glazen deur in aanraking te komen en dat kostte haar enkele weken herstel in een ziekenhuis. Zij denkt toch met plezier terug aan haar tijd als zwemster.

Terug naar Toen

Nico van Dam in München 1972
En de Olympische Spelen in München? Maar liefst 14 dames en 7 heren reisden naar de Beierse hoofdstad. “Nee, geen medailles, maar wel een reeks records (12 records) en goeie prestaties”, blikt coach Nico van Dam terug. “De concurrentie was moordend voor de onervaren ploeg met Olympische debutanten. Drie deelnemers per land en dat met acht plekken voor de finale. Australië, de USA, twee Duitslanden (Oost- en West Duitsland) en Rusland.”

Olympische Spelen voor Jim Corbeau te ver weg, nu probeert zoon Caspar het

Zwemmers met een dubbele nationaliteit hebben meer dan eens geprobeerd in Nederland kwalificatie af te dwingen voor een mondiaal of continentaal toernooi. Het was slecht enkelen gegund om Olympische kwalificatie te bemachtigen, als het er echt op aan kwam, lukte dat niet om verschillende redenen.

Opnieuw komt gaat Jim Corbeau proberen het beste uit zich zelf te halen bij een EK.

Weliswaar startte de Amerikaanse Nederlander uit Californië twee keer bij de Europese kampioenschappen, de Olympische Spelen van Los Angeles 1984 gingen aan zijn neus voorbij. Corbeau, woonachtig in Mountain View, Californië was de zoon van een Nederlands echtpaar in de Verenigde Staten. Zijn moeder was in zijn Via contacten met AZ&PC-trainer Leen Broer streek hij in juni 1983 voor de eerste keer neer in Nederland en de economiestudent aan de Universiteit van Berkeley leek in eerste instantie een schoolslaggeschenk uit de hemel.

EK Rome 1983
Onlangs vertelde hij zijn verhaal. “Op de universiteit trof ik medestudenten uit Zweden, Groot-Brittannië en nog meer landen. Een Italiaan wist dat er in Rome Europese kampioenschappen zouden plaats vinden en hij vond dat ik daar ook naar toe moest. Want in Nederland waren de schoolslagzwemmers niet van hoog niveau. Ik trainde toen bij Nick Thornton. Dat leek mij een goed idee. Via telefoontjes van mijn moeder naar mijn opa in Nederland kwam ik in contact met Leen Broer, waar ik vlak voor de Nederlandse kampioenschappen kon logeren en mij heel welkom voelde bij AZ&PC bij zwemmers als Frank Drost en Patrick Dybiona (met wie hij nog steeds uitstekende contact onderhoudt)” De nieuwkomer uit Californië kwam, zag en overwon en won de 100m schoolslag in 1.07.13 en klopte oudgediende Albert Boonstra (1.08.35) en nieuwkomer Theo de Graaf (1.08.40.

Te veel kilometers in laatste voorbereiding


Dat Corbeau bij de EK mocht zwemmen, was nu een feit. Helaas verliep de voorbereiding tijdens het trainingskamp in het Spaanse Reus niet volgens verwachting. “Bert Sitters ging in op een aanbieding uit Spanje en een nieuwe bondscoach was niet snel gevonden. De ploegleiding voor Rome bestond toen uit een driemanschap met Wim Geurtsen als chef-coach samen met Rian Smit en Jan Schouten  Corbeau had het zwaar in Spanje: “Ik was gewend om na enkele maanden zware training van veel kilometers, juist in de tapering off rustig aan te doen. Niet veel meters: inzwemmen 1000 meter en dan nog wat sprintjes. In Nederland werd minder intensief getraind en in de eerste week van de stage werd er dagelijks 6 of 7 kilometer afgewerkt. Aan mij was die voorbereiding niet besteed en Rome werd een tegenvaller.” Meer dan een 20-ste plaats op de 100m schoolslag was niet mogelijk en zijn snelheid op de 4x100m wisselslag estafette (10e) was onvoldoende om met zijn ploeg meer te bereiken dan de tiende plaats).

Niet opgeven, NR niet snel genoeg voor Los Angeles

“Conny van Bentum, toen mijn vriendin, zei meteen al, je moet niet snel opgeven en het volgend jaar opnieuw proberen. De KNZB-leiding adviseerde toen wel dat ik veel eerder naar Nederland moest komen. In januari 1984 heb ik vrij genomen van college en heb die raad opgevolgd. Ik logeerde toen bij Koen en zijn zoon Edsard Schlingemann. Bij de kampioenschappen op de korte baan werd ik tweede in 1.04.40 achter Ron Dekker (1.04.01). Bij de Olympische selectiewedstrijden in Amersfoort in juni versloeg ik Frank Vijver en Ron Dekker in 1.05.78, een Nederlands record. Maar het was niet snel genoeg voor uitzending naar Los Angeles, zelfs een wisselslag estafette zat er niet in. De tijden op de schoolslag en rugslag (in dit geval Petro Stalman met 58.08) waren niet snel genoeg.”

Vol spanning wachten Jim Corbeau (rechts), Frank Vijver (links) en Ron Dekker (boven) op de resultaten 100m schoolslag.

Ondanks deze teleurstelling kwam Jim Corbeau een jaar later toch weer naar Nederland en kwalificeerde zich voor de EK in Sofia, Bulgarije. Daar werd de door pech achtervolgde zwemmer  getroffen door een longontsteking!

Geen Goodwill Games en einde loopbaan
Een verzoek om reiskosten vergoeding te krijgen van de KNZB werd afgewezen end aar was de inmiddels 22-jarige schoolslagzwemmer zeer verbolgen over. Hij deed in 1986 mee met de Amerikaanse kampioenschappen in Orlando en werd op de 100 meter schoolslag vijfde in 1.04.54, een Nederlands record. Dankzij die prestatie werd Corbeau gekozen in de Amerikaanse ploeg voor de Goodwill Games in Rusland. Zo snel wisselen van zwemnationaliteit vond geen genade in de ogen van de KNZB. Dat betekende het einde van zijn zwemloopbaan.
Later keerde Jim Corbeau met zijn vrouw Shannon weer terug naar Europa en woonde tussen 1989 en 2000 afwisselend in Groot-Brittannië, Spanje en Nederland.

Caspar Corbeau
Caspar Corbeau op het podium bij de EJK in Kazan. Zilver op de 200 school

Zoon Caspar neemt de fakkel van zijn vader over en wil voor Nederland naar de Olympische Spelen in 2021 en anders Parijs 2024. Hij zwemt bij het RQM in Rotterdam, terwijl zijn broer Angus volgend jaar (2021) wil deelnemen aan de NJJK in Eindhoven.

Schoolslagtalent Ron Dekker kwam tot bloei bij EK Sprint en WK kb

De naam van Ron Dekker dook pas voor het eerst in de ranglijsten van Aton Demuth op toen hij 14 jaar was. Dan hebben we het over het jaar 1980 en in niets kwam nog naar voren dat de deze tiener misschien wel een bijzonder talent was. In zijn leeftijdsgroep waren Edsard Schlingemann, ZVV (1.11.8), Paul Goedemoed, Orca (1.12.9), jaargangskampioen Naud Keulen, MZ&PC (1.13.39) en Erik Pardon, de Robben (1.13.4) op de korte en lange baan sneller. Zijn pr stond op 1.13.8. Een jaar later was hij zijn concurrenten al voorbij (1.08.4) en zijn progressie was daarna stormachtig met een beste jaartijd van 1.06.4.

De jonge Ron Dekker met één van zijn NK-diploma’s @SwimjosArchief/Henk Steegeling

Memorabele internationale successen waren zij Europese titel op de 100m wisselslag (11 november 1993 EK Sprint Gateshead), WK-zilver (3 december 1993 WK korte baan Palma de Mallorca) en het winnen van de wereldbeker schoolslag 1994. De doorbraak van de minuutgrens op de 100m schoolslag in Emmen 1988 was zijn finest hour.

Europees kampioen Ron Dekker wordt op Schiphol verwelkomd
door Technisch directeur Ad Roskam. Geheel links zijn coach en broer René Dekker

Ron Dekker debuteerde op 16-jarige leeftijd in de Nederlandse ploeg als reserve schoolslagzwemmer achter Frank Vijver voor de 4x100m wisselslag estafette tijdens de Europacupwedstrijd voor landenteams in december 1982 Gothenburg. Daar kwam hij overigens niet in actie. Zijn eerste start op een internationaal titeltoernooi was bij de Europese kampioenschappen in  Sofia 1985 (lange baan), waar hij de finale bereikte op de 100 meter schoolslag.

Bij wedstrijden in het Werelbekercircuit was Ron Dekker in de beginjaren negentig het meest succesvol bij de Nederlandse mannen. Hoogtepunt waren zijn overwinningen tijdens de superfinales van de Palma de Mallorca 1992. Daar trok hij de aandacht met winst op 50 meter schoolslag en de 100 meter wisselslag en streek toen heel wat dollars op. Dankzij vele overwinningen tijdens het Wereldbekercircuit 1994, waarbij Dekker zwom in Hong Kong, Peking, Gelsenkirchen, Sheffield en Parijs, was hij de beste in het het schoolslagklassement met bijbehorende geldprijs van een slordige 10.000 dollar.

Volledige concentratie en vooral de handen warm houden.

Volledige concentratie en de handen warm houden. @Swimjos Archief

Na 10 jaar eindelijk EK-goud
Bij titeltoernooien in Europa of daarbuiten zwom Dekker zich in de medailles op de EK Sprint in Gelsenkirchen 91, Espoo 92. Gateshead 93 en Stavanger 1994, steeds met zilver op de 50 meter schoolslag. Tijdens het EK van Gateshead triomfeerde Dekker op de 100m wisselslag individueel. In het voorjaar 1994 legde hij beslag op de eerste plaats van het Werelbeker-onderdeel schoolslag. Internationaal het meest aansprekend was zijn zilveren medaille op de 100 meter schoolslag bij de WK Kortebaan (Palma de Mallorca 2 t/m5 december 1993).

Op weg naar het eerste WK korte baan in Palma de Mallorca 1993. V.l.n.r. Henk Tempelman (fysio), Ron en coach René Dekker, Marianne Muis en Angela Postma. Foto Swimjos Archief

Dekker was na de Brit Adrian Moorhouse de tweede man ter wereld die de 100 meter schoolslag binnen de minuut aflegde. Dat was bij de NK korte baan in de Aquarena te  Emmen 1988, toen hij bij in de  59.97 zwom. Een moment dat onverbrekelijk verbonden is met zijn carrière. Daar kreeg hij minutenlang een staande ovatie van toeschouwers en toegestroomde zwemmers.

Lange tijd was hij daar de enige zwemmer ter wereld op de 25 meterbaan die de vier specialismes (plus de 100m wisselslag) op de 100 meter binnen de minuut heeft afgelegd.

De 50 meterbaan
Op de 50 meterbaan is Dekker aanzienlijk minder succesvol geweest. Tijdens de EK van Bonn 1989 werd hij vijfde op de 100 school en 50 vrij. Zijn WK- optreden in Perth 1991 leverde een achtste plaats op in de finale 100 meter schoolslag.  De herinnering aan het Olympisch toernooi van Seoul is minder glansrijk. Na de series 100m schoolslag deelde hij met Tamas Debnar de achtste plaats (1.03.08). In de swim off werd hij met een verschil van 8 honderdste seconde geklopt door de Hongaar. Dat hij in de series niet één honderdste sneller was geweest doet nog steeds pijn. Toch zwom hij een Olympische finale. Samen met Hans Kroes (rugslag), Frank Drost (vlinderslag) en Patrick Dybiona (borstcrawl) eindigde hij als zevende in de eindstrijd van de 4×100 wisselslag estafette.

Het EK 1991 van Athene zou zijn laatste grote titeltoernooi worden, omdat hij de OS van Barcelona 1992 miste en geen trek had in de EK van 1993. De multi- kampioen van Nederland kreeg voor de WK in Rome 1994 nog wel een wild card, zoals zijn broer en bondscoach René Dekker dat noemde. Dekker was de eerste Nederlandse zwemmer, die drie maal aan Wereldkampioenschappen (50 meterbaan) deel nam: Madrid 1986, Perth 1991 en Rome 1994.

Zwemmer in hart en nieren
Zwemmen bleef de schoolslagspecialist bezig houden. Zelfs toen hij betrokken was bij een ernstig bus-ongeluk nabij Winterberg, maar dat overleefde, deed hij een paar weken later toch nog mee met de NK Sprint. In 2002 zwom hij als 36-jarige “zwem-opa”, zijn laatste wedstrijden bij de NK korte baan in Eindhoven 2002, waar hij 19 jaar na zijn eerste Nederlandse kampioenschap de 66-ste titel greep (50m schoolslag)  en zilver toevoegde aan zijn imposante NK-medailletotaal van 92!!!. Tot Masters zwemmen voelde hij zich niet aangetrokken, al liet hij zich nog wel een keer overhalen om met een gelegenheidsteam van HPC-zwemmers in een estafette te zwemmen tijdens een editie van de ONMK!

Ron Dekker in ‘t kort:

66 keer kampioen van Nederland
50 keer een Nederlands record gevestigd

Europees kampioen 100 wissel 1993
WK-zilver 100m schoolslag (korte baan) 1993

1x OS (1988)
3x WK (1986, 1991, 1994)
4x EK (1985, 1987, 1989, 1991)
4x EK Sprint korte baan (1991, 1992, 1993, 1994)
1x EK korte baan (1996)
1x WK korte baan (1993)

Wereldbekerwinnaar schoolslag 1994

Eerste man ter wereld, die de 4 slagen op 100 meter plus de combinatie (100m wisselslag individueel) daarvan op de korte baan binnen één minuut heeft afgelegd.

In 1993 was het tijd voor iets nieuws: NK sprint in Emmen (kort bad)

In het weekend van 30 en 31 oktober 1993 organiseerde de KNZB in Emmen voor de eerste keer de NK Sprint. Plaats van handeling was zwembad Aquarena, waar eerder al een NK (zomer 1965) en NWK (winter 1986, 1987 en 1988) georganiseerd werden met De Kikker als lokale organisator. Het sprinttoernooi op de korte baan werd 20 keer gehouden totdat verantwoordelijke KNZB-mensen het nut ervan niet meer zagen zitten en het toernooi van de kalender verdween.

Terug naar het begin toen de wind uit een andere hoek waaide

Citaat uit het programma boekje: “Al enige tijd waait de wind uit een andere hoek bij de KNZB met als gevolg allerlei veranderingen en vernieuwingen en nieuwe kampioenschappen. Het is een kwestie van goed opletten en elke week de Zwemkroniek lezen om te ontdekken dat er weer wat veranderd is of dat er weer iets gaat veranderen. Indutten kan niet meer in zwemmend Nederland.” Ad Roskam, in zijn functie als Commissaris Zwemmen, vervolgde het relaas met: “Het is even wennen, een nationaal kampioenschap in oktober en dan ook nog sprinten, maar het vergt links en rechts wel enige inventiviteit.” Aanleiding om het NK Sprint te houden in het oktober weekend was de kwalificatie voor het EK in Gateshead. Dat verliep echter moeizaam.

De belangstelling was overweldigend. Emmen had een heel goede klank in zwemland en dat was te merken.
De eerste kampioenen
Dames: Suze Valen (50 rug), Madelon Baans (50 school), Inge de Bruijn (50 vlinder), Angela Postma (50 vrij) en Minouche Smit (100 wissel).
Heren: Wilco van den Akker (50 rug NR en EK-limiet), Ron Dekker (50 school, 50 vrij, 100 wissel) en Casper van Dam (150 vlinder)

4x50m vrije slag estafette

Nooit eerder in de NK- historie kwam het voor dat op een onderdeel drie maal in successie een nationaal record werd gezwommen. Het had natuurlijk met enige mazzel te maken. De NR- startlimiet (1 .36.90) was een makkelijke prooi en toevallig waren enkele sterke teams in drie verschillende series ingedeeld. Nauwelijks opgemerkt haastten vier Dolfijnzwemmers zich in de eerste serie naar een toptijd. Het gelegenheidskwartet, bestaande uit Melvin Bakker (24.49), Richard Blank (24.56), Kees Vervoorn (24.29) en Etienne Boukal (23.36) had met 1.36. 70 de recordprimeur.

In de tweede reeks stormde Rapido’82 op volle kracht naar een verbetering en liet 1.35.65 afdrukken. De mannen die hun verenigingsnaam eer aandeden waren Richard Granneman (23.76), Jan Koen Anthoni (24.10), Roy v.d.Veen (24.67) en Dennis Rijnbeek (23.36). Dit was een onverwachte verrassing!

Verrassende recordhouders van Rapido’82 (Haarlem) op de 4×50 vrij, ook al was het kortstondig: v.l.n.r. Dennis Rijnbeek, Jan Koen Anthoni, Richard Granneman en Roy van der Veen. 

In PSV-kringen wist men toen met welk gemiddelde gezwommen moest worden, want de Eindhovenaren waren favoriet. AZ&PC leidde na twee ronden, maar lanceerde zo de PSV-raket, die pas stopte bij de aantik van slotzwemmer Hoeymans. De eindtijd van 1.34.91 werd zo geboekstaafdals het derde ‘historische’ record op een heerlijke estafette. De PSV-trein denderde in de formatie Bram van Haandel (24.08), Fred Ketting (24.58), Pieter van den Hoogenband (23.37) en Tim Hoeymans (22.88) naar 1.34.91, opnieuw een Nederlands record.

Nog een detail op dit nummer: de drie recordploegen hadden elk een ‘veteraan’ in de gelederen. Kees Vervoorn (33) bij de Dolfijn, Fred Ketting (31) bij PSV en Jan Koen Anthoni (43) bij Rapido’82!

Ron Dekker (50 school en 100 wissel) en Wilco van den Akker (50 rug) kwalificeerden zich voor de EK Sprint 1993 in het Engelse Gateshead. Inge de Bruijn

In de 20-jarige historie van de NK Sprint waren er uitblinkers, die het tweedaagse evenement graag in hun repertoire opnamen.
Bastiaan Tamminga (18 titels op zijn specialiteiten 50 rug en 50 vlinder) en Hinkelien Schreuder (20 titels op 4 van de 5 specialiteiten, behalve de schoolslag)
Toen het toernooi niet meer paste in het Nederlandse idee van topzwemmen, was het niet meer zo belangrijk, vonden de nieuwe leiders aan de top. Er werd niet aan de zwemmers gevraagd, hoe zij erover dachten. Maar altijd is er een alternatief. Toen de ONK lange baan werden verplaatst en er in juni geen aansprekend toernooi weer was, stapte De Dolfijn in samenwerking met Speedo Nederland in dat ‘gat’ en kwam de Speedo Fast Water Meet met dezelfde onderdelen en een supersprint over twee manches van 25 meter vrije slag er voor in de plaats als seizoensafsluiting in het Sloterparkbad.

Tamminga 17 titelsBastiaan Tamminga, goed voor 18 sprint titels (7x 50 vlinder, 11x 50 rug). Hinkelien Schreuder behaalde 20 keer goud en was ook internationaal heel succesvol zoals de vijf titels bij de EK korte baan in Istanbul 2009.

Veranderingen maken zwemmen juist interessant en soms zijn afstanden van vroeger ineens weer populair. De vernieuwende ‘skins’ in de International Swimming League zijn het meest treffende voorbeeld.

 

Mexico 1968 met Olympisch goud voor Ada Kok op 200m vlinderslag

Precies tweeënvijftig jaar geleden kwam Ada Kok na de gouden medaille op de 200m vlinderslag bij de Olympische Spelen in Mexico terug in Nederland. Die gebeurtenis veranderde het leven van de 21-jarige zwemster.

Ada Kok won de gouden medaille op de 200 meter vlinderslag na een fascinerend duel met de Oost-Duitse Helga Lindner. Dat was een magis­traal hoogtepunt. Dat Ada boven zich zelf kon uitstijgen was absoluut het gevolg van haar fenomenals mentale weerbaarheid. De medaille veranderde haar leven, dat is begrijpelijk. Zij ontwikkelde zich als persoonlijkheid en een bekende verschijning in vele opzichten. Jarenlang werkte zij in de Sport Promotion voor Speedo International en Nederland.

Haar erelijst is indrukwekkend:

Olympisch kampioene 1968 200m vlinderslag
Zilveren medaille OS 1964 100m vlinderslag en 4x100m wisselslag estafette
Europees kampioene 100m vlinderslag 1962 Leipzig en 1966 Utrecht
Europees kampioene 4x100m wisselslag estafette 1966 Utrecht
EK-zilver 4x100m wisselslag estafette 1962 en 400m vrije slag 1966

Sportvrouw van het jaar in Nederland: 1965, 1966 en 1968

Ada Kok vestigde negen keer een wereldrecord (tussen 1963 en 1967) en negen keer (tussen 1962 en 1967) een Europees record op haar favoriete specialiteit, de vlinderslag.

Daarnaast waren er nog eens 20 Nederlandse records en 17 nationale titels (7x 100 vlinder, 2x 20 vlinder). Zij was in Nederland ook specialiste op de 400 (4 titels) en 1500 meter vrije slag (3 titels).

Feest van en voor Ada KokCollage Jan Soek†

Verder ging ‘Mexico 1968’ voor Nederland de Olympische geschiedenis in als het meest teleurstellende zwemtoernooi tot dat moment. Ofwel, het was een dramatisch diepte­punt. Later zou ‘Barcelona 1992’ dat predicaat krijgen.

De technische leiding was in handen van Rob Kerkhoven, die al voor de Olympische Spelen aan de KNZB had gemeld, dat hij na afloop van het toernooi zou stoppen. Al zijn ambitieuze plannen van dat jaar leden schipbreuk door gebrek aan vertrouwen bij diverse instanties.

Het plan van Kerkhoven was om na een zwaar winterseizoen, waarin de voorlopige ploeg een trainings- en wedstrijdtrip (inclusief hoogtesta­ge in de Pyreneeën) van 6 weken zou afsluiten met een zeslanden wed­strijd in Stockholm, de eerste Mexico- kandidaten aan te wijzen. Het NOC ging daar niet mee akkoord en dus moesten de NK in Utrecht (einde juli) de beslissing brengen. Het rommelde toen al bij de clubtrainers­, die openlijk wantrouwen ten opzichte van de bondscoach en diens functioneren ventileerden. Het idee van vroege selectie was echter zo gek nog niet en zou vele tientallen jaren later navolging vinden.

Toch kwam met hangen en wurgen een Olympische selectie van 11 dames en 6 heren tot stand. Voorlopige kandidaten bevestigden hun vorm, half aangewezen kanshebbers vielen af of redden het toch en een enkele nieuweling kreeg alsnog het vertrouwen. Zelfs een kwartet zwemmers voor de 4×200 vrij slaagde er via een speciaal ingelaste race (time trial) in een ticket voor Mexico te verdienen. De officiële poging om een Nederlands record te vestigen mislukte door een te snelle overname bij de derde wissel, maar de marge met de limiet (8.10) was zo ruim (3,7 seconden), dat het NOC na een eerdere afwijzing alsnog overstag ging.

De gouden medaille van Ada Kok, die vier jaar na het zilver van Tokio dan eindelijk op de hoogste Olympische troon plaats mocht nemen, was natuurlijk het hoogtepunt in Mexico. Voor het overige was het Nederlandse optreden bepaald niet overtuigend met slechts vier finaleplaatsen.

Illustratief was de uitschakeling van de vier zwemsters op de altijd zo succesvolle vrije slag estafette en dat kwam hard aan; de wisselslagploeg werd slechts zevende. Enig lichtpuntje bij de mannen was de zesde plaats van de jonge Bob Schoutsen in de finale 100 meter rugslag.

V.l.n.r. Rob Kerkhove, Nel Bos, Cobie Butter, Ada Kok en Klenie Bimolt. Deze dames waren een jaar eerder goed voor een wereldrecord op de 4x110 yards wisselslag estafette in BlackpoolFoto 1967
Op de 4×100 meter wisselslag estafette was er voor Coby Buter (1.10.3), Klenie Bimolt (1.20.7), Ada Kok (1.05.5) en Nel Bos (1.02.2) niet meer dan een zevende plaats weggelegd in 4.38.7. Eerder in 1968 vestigde het kwartet tijdens een zeslandenwedstrijd in Stockholm met 4.35.5 een Europees record; een jaar eerder in 1967 kwamen dezelfde dames Bos, Buter, Kok en Bimolt (vlnr op de foto) nog tot een wereldrecord op de 4×110 yards.

De namen en feiten:

Dames (11)
Toos Beumer, Nereus
: 100m vrije slag, 4x100m vrije slag estafette
Klenie Bimolt, GZ&PC: 200m schoolslag, 4x100m wisselslag estafette (schoolslag)
Nel Bos, ADZ: 100m vlinder, 100m vrije slag, 4x100m wisselslag estafette (vrije slag), 4x100m vrije slag estafette
Coby Buter, Zwemlust: 100m rugslag, 4x100m wisselslag estafette (rugslag)
Mirjam van Hemert, VZC Vl.: 100m vrije slag, 4x100m vrije slag estafette
Marjan Janus, HPC: 100m schoolslag
Ada Kok, de Futen: 100 en 200m vlinderslag, 4x100m wisselslag estafette (vlinderslag)
Henny Pentermann, HDZ: 200m wisselslag pers.
Hella Rentema, GDZ: 4x100m vrije slag estafette
Coby Sikkens, GZ&PC: 100 en 200m rugslag
Bep Weeteling, Nereus: 100 rug en 200m rugslag, 4x100m vrije slag estafette

Op de 4×100 meter wisselslag estafette was er voor Coby Buter (1.10.3), Klenie Bimolt (1.20.7), Ada Kok (1.05.5) en Nel Bos (1.02.2) niet meer dan een zevende plaats weggelegd in 4.38.7. Eerder in 1968 vestigde het kwartet tijdens een zes landenwedstrijd in Stockholm met 4.35.5 een Europees record. Geen finaleplaats was er voor het estafetteviertal op de 4×100 meter vrije slag. Hella Rentema, Bep Weeteling, Mirjam van Hemert en Nel Bos kwamen 0,4 seconde te kort om mee te doen in de eindstrijd. Met 4.16.7 bezette het teleurgestelde viertal de negende plaats.

Hoogte
De tijden in Mexico werden nadelig beïnvloed door de grote hoogte (ongeveer 2400 meter), waarmee men te maken had. Niettemin bleven de Nederlanders, ondanks een lange periode van acclimatiseren ver verwij­derd van hun normale niveau.

Heren (6)
Rinus van Beek, het Y: reserve 4x200m vrije slag estafette, 200m rugslag
Elt Drenth, Zwemlust: 200m vrije slag, 4x200m vrije slag estafette
Dick Langerhorst, HZ&PC ’s Gravenhage: 200m vlinderslag, 4x200m vrije slag estafette
Aad Oudt, ZIAN: 200m vrije slag, 4x200m vrije slag estafette
Johan Schans, Vechtstreek 200m vrije slag, 4x200m vrije slag estafette
Bob Schoutsen, de Dolfijn 100 rug en 200m rugslag

Op de 4 x 200 meter vrije slag estafette was het eindresultaat van het Nederlandse kwartet een elfde plaats in 8.17.0. De individuele tussentijden waren: Langerhorst 2.02.7, Schans 2.04.2, Oudt 2.05.0 en Drenth 2.05.1.

Ploegleiding
Klaas van de Pol, chef d’équipe
Rob Kerkhoven, bondscoach/ trainer
Iet Koster-Van Feggelen, damesleidster
Wil Storm-Landweer, damesleidster
Piet Verwoerdt, herenbegeleider

Afscheid
Acht van de elf Mexico-zwemsters beëindigden na de Spelen hun loop­baan, de meesten door de enorme en vooral pijnlijke  teleurstelling. Drie van de zes mannen stopten eveneens.

Bob Schoutsen (17) vervolgde zijn carrière, behaalde EK-brons op de 100 rug in Barcelona 1970 en werd 9e op de 100 en 200 rug in München. De Amsterdammer behaalde 20 Nederlandse titels en vestigde 32 NR’s. Ook Cobie Buter (22) ging door en zwom in Barcelona naar EK-zilver op de 100 rug. Haar erelijst telt: 5 Nederlandse titels en 4 records.
De 19-jarige Johan Schans rook zijn Olympische kansen op de 4x200m vrije slag. Terug in Nederland bleef hij het open water trouw en zwom (internationale) marathons. In het profwereldje behaalde hij in 1969 de wereldtitel.
Slechts enkele maanden maakte Hella Rentema (GDZ Groningen) deel uit van de Nederlandse ploeg en bij de NK in Utrecht was zij verrassend tweede op de 100m vrije slag. Mexico was haar laatste wedstrijd, omdat zij een jaar later koos voor het afronden van de middelbare school. Daarna emigreerde zij naar Canada, waar vele jaren later haar zoon Mark Versveld als Canadees WK-zilver behaalde (1998) en in Sydney 2000 finalist was. Zijn moeder, Hella Versveld-Rentema, volgde hem vanaf de tribune in het Aquatic Centrum.

V.l.n.r. Hella Rentema, Cobie Buter, Johan Schans en Bob Schoutsen

Internationaal
De meeste medailles in Mexico waren voor de USA al bleef een van de grote favorieten: Mark Spitz. Verrassingen waren er ook. Zo leek de onbekende Djurdjica Bjedov op de 100 meter schoolslag bij de dames geen last te hebben van de ‘hoogte’. De Joegoslavische verbeterde als enige haar p.r., won een Gouden medaille en liet daarna nooit meer iets van zich horen. Als Master deed zij mee met de EMK 2013 in Eindhoven. Galina Prozumenshikova en Cathy Ball, in die tijd de absolute vedetten op de schoolslag, hadden behoorlijk last van de hoogte. Nooit had iemand gehoord van de Australische Lynn McClements. Zij won tot ieders verrassing de 100 vlinder, werd in Perth gehuldigd en verdween daarna in de anonimiteit. De DDR deed voor het eerst internationaal van zich spreken tijdens de Spelen (men kwam onder eigen vlag uit) door o.a. de fameuze rugslagzwemmer Roland Matthes (2x goud).

Reünie in oktober 2018
Vijftig jaar na ‘Mexico’ werd het initiatief genomen om op Papendal een grote reünie te houden van de Olympiërs van vijftig jaar eerder.
Natuurlijk was er ook tijd om op de foto te gaan, ook al was niet iedereen van de aanwezigen nog ter plekke.

Achter v.l.n.r. Marjan Lablans-Janus, Betty Wouda-Heukels (echtgenote van waterpolospeler Hans Wouda), Toos Krediet-Beumer, Ada van der Linden-Kok, Coby Bolman-Buter, Coby de Koning-Sikkens, en Bep Weeteling. Vóór Mirjam Smaal-van Hemert, Mariette van der Want-Dommers (schoonspringen), Johan Schans en Bob Schoutsen.

Grote zwemafvaardiging bij Olympische Spelen 1964 Tokio

Van 11 t/m 18 oktober 1964 stond in Tokio het zwemmen op het Olympisch programma. Foto’s van de opening, op Facebook gepubliceerd door Herman Vriens waren de aanleiding terug te gaan in de tijd. Al weer 56 jaar geleden. 

Nooit in de geschiedenis van de Nederlandse zwemsport werd een zo grote ploeg (26 personen) als in 1964 naar de Olympische Spelen in Tokio afgevaardigd. Vijftien dames waren uitverkoren om naar de Japanse hoofdstad te reizen in gezelschap van maar liefst elf mannen. Nadat de afvaardi­ging via een zwaar trainingskamp in Rotterdam was dolge­draaid, kon slechts een enkeling goed presteren. 

Een stage van drie weken in het Sportfondsenbad Zuid in Rotterdam met zware trainingen, maar matige huisvesting om ook echt goed te rusten. Maar er is wel veel gelachen en plezier gemaakt! Zo groot was de ploeg van toen.

Vlinderfavoriete (100m) Ada Kok, wereldrecordhoudster, kreeg het zilver omgehangen en tevens waren er medailles op de 4x100m wisselslag estafette (zilver) en 4x100m vrije slag estafette (brons). Erica Terpstra, vierde op de persoonlijke 100 vrij, speelde in de crawlestafette een hoofdrol door in de eindsprint de Hongaarse dames naar een vierde plaats te verwijzen. Finaleplaatsen waren er voor Betty Heukels (6e op de 400 wissel in 5.30.3) en Klenie Bimolt (7e op 200 school in 2.51.3).

Bij de mannen was de zesde positie van Jan Jiskoot op de 400 meter wisselslag persoonlijk goed voor een Olympisch diploma. Zijn 5.01.9 was goed voor een Nederlands record. De drie estafette ploegen kwamen niet verder dan de series. Het wisselslag kwartet, bestaande uit Jan Weeteling 1.04.2, Herman Vriens 1.12.30, Jan Jiskoot 1.00.80 en Ron Kroon 55.30 kwam met 4.12.60 slechts 0,3 seconde te kort om de finale te bereiken. Op de 4x100m vrije slag eindigden Ron Kroon 55.90, Vinus van Baalen 55.40, Jan Jiskoot 56.30 en Bontekoe 56.20 als tiende in 3.43.80. (finale-entree 3.42.70). Er deden 13 landenploegen mee. Op de 4x200m vrije slag (15 landenploegen) was de start van Johan Bontekoe veel belovend met een NR in 2.02.20. Daarna moesten Bert Sitters, Kroon en Jiskoot te veel toegeven en zat er niet meer in dan de twaalfde tijd (8.27.7). De finale-entree was 8.18.30!

In totaal bedroeg de oogst in de zeer fraaie (overdekte) Olympische arena 3 medailles, 7 finaleplaat­sen, 5 Nederlandse en 2 Europese records.

Yoyogi Gymnasium
Het Yoyogi Gymnasium was vooral vanwege de dakconstructie architectonisch een zeer fraai gebouw, dat later naast zwemmen voor diverse sportevenementen o.a. tennis en turnen werd gebruikt.

Dat er zo’n omvangrijke ploeg genade kon vinden in NOC-ogen was niet zo vreemd, gezien de goede naam die de Zwembond (ofwel de zwemmers en zwemsters) toen had. In 1962 immers had een ploeg bij de EK van Leipzig fantastisch gepresteerd, zodat in 1964 volgens hetzelfde stramien werd gewerkt zonder limieten of ingewikkelde selectieprocedures met puntensyste­men. Wel was de nationale titel­strijd in het Haagse Zuiderparkbad het belangrijkste kwalificatie moment, waar ook serietijden van belang waren. De herenploeg dankte zijn omvang aan de bezetting van drie estafettes.

In Tokio 1964 mochten ook weer drie deelnemers per land starten op een individueel nummer. In 1960 was slechts een tweetal deelnemers toegestaan.

De namen 

De zwemafvaardiging bij het vertrek naar Tokio op Schiphol.
Herkenbaar op de voorste rij v.l.n.r. staan de dames Gretta Kok,
Ria van Velsen, Ada Kok, Pauline van der Wildt, Erica Terpstra,
Betty Heukels, Annet Vlothuizen (leidster), Adrie Lasterie,
Truus Looijs en Marianne Heemskerk. 

Dames (alfabetisch)
Toos Beumer, Nereus: 100m vrije slag en 4x100m vrije slag est.
Klenie Bimolt, GZ&PC: 200m schoolslag en 4x100m wisselslag est.
Marianne Heemskerk, de Robben: 400m wisselslag pers.
Betty Heukels, PSV: 400m wisselslag pers.
Ada Kok, de Futen: 100 vlinder en 4x100m wisselslag est.
Gretta Kok, de Futen: 200m schoolslag
Adrie Lasterie, Naarden: 400m wisselslag en 100 vlinder; 4x100m wisselslag est. (reserve)
Truus Looijs, de Rijn: 200m schoolslag
Erica Terpstra, HZ&PC ‘s Gravenhage: 100 vrij, 4x100m vrije slag est. en 4×100 wissel est.
Ineke Tigelaar, de Robben: 400m vrije slag
Ria van Velsen, ZIAN:  100m rugslag
Winnie van Weerdenburg, ZIAN: 100m vrije slag, 4x100m vrije slag est.;
Bep Weeteling, Nereus: reserve 4x100m vrije slag est.; 400m vrije slag en 100m rugslag
Korrie Winkel, GDZ: 100m rugslag, 4×100 wisselslag est.
Pauline van der Wildt, SZC: 4x100m vrije slag est.


Medaillewinnaars in Tokio 4×100 wissel (zilver), 4×100 vrij (brons)
en Ada Kok(zilver 100 vlinder en 4×100 wissel

De 4×100 vrij- ploeg trad aan in de samenstelling Pauline van der Wildt (1.04.6), Toos Beumer (1.03.8), Winnie van Weerdenburg (1.02.6) en Erica Terpstra (1.01.0) – zie foto en maakte zich meester van het brons na een verwoed duel met Hongarije, dat 0,1 seconde na Nederland (4.12.0 ER) aantikte.

Achter de Verenigde Staten behaalden Korrie Winkel (rug 1.12.2), Klenie Bimolt (school 1.18.5), Ada Kok (vlinder 1.05.0) en Erica Terpstra (vrij 1.01.3) een zilveren medaille op de wisselslag estafette. Ada Kok moest op de vlinderslag een achterstand van twee lengtes op o.a. de Russinnen goed maken. En dat deed ze op formidabele wijze. Het eindresultaat van 4.37.0 beteken­de een Europees record. Adrie Lasterie zwom in de series de vlinder­slag.

Heren (alfabetisch)
Vinus van Baalen, Zwemlust:  100m vrijslag en 4x100m vrije slag est.
Johan Bontekoe, HPC: 400m vrije slag en 4×100 en 4x200m vrije slag est.
Jan Jiskoot, het Y: 400m wisselslag pers.
Ron Kroon, ZAR: 100m vrije slag
Dick Langerhorst, HZ&PC ‘s Gravenhage: 200m vlinderslag
Wieger Mensonides, ZIAN: 200m schoolslag
Henri van Osch, ZCG: 200m rugslag
Aad Oudt, ZIAN: 400m vrije slag, 4x200m vrije slag est.
Bert Sitters, het Y: 100m vrije slag
Hemmie Vriens, Surae: 200m schoolslag, 4x100m wisselslag est.
Jan Weeteling, Nereus: 200m rugslag

Ploegleiding
Sieb Bolman, chef d’équipe; Forbes Carlile, chef-coach; Ursula Carlile, assistente; Piet Verwoerdt, herenbegeleider; Iet Koster-Van Feggelen en Annet Vlothuizen-Foursoff, damesbegeleidster; Max van Gelder, masseur

Bizarre Olympische 100m rugslag Nida Senff in Berlijn 1936

Een naar het leven geteekend portret van onze kranige Nederlandsche zwemster Nida Senff door J.v.d.Linde Jr. (archief Ton Bijkerk)

Bizarre Olympische 100m rugslag Nida Senff in Berlijn 1936

Rugslagsuccessen
Eén van de quizvragen tijdens het programma van de KNZB-nostalgistendag op 5 september in Utrecht ging over Nederlandse rugslag successen in eerste helft van de vorige eeuw. Zeven Europese titels voor zeven verschillende zwemsters: Willy den Turk (1927), Marie Braun (1931), Rie Mastenbroek (1934), Cor Kint (1938), Ria van der Horst (1950), Geertje Wielema (1954) en Ria van Velsen (1962). Olympisch goud was er voor Marie Braun (1928) en Nida Senff (1936).

Meest bijzonder en zeker bizar was wel de overwinning van Nida Senff op de 100 meter rugslag in Berlijn 1936. Daarmee is zij in de Nederlandse zwemhistorie nog steeds de jongste gouden medaillewinnares op een individueel olympisch zwemnummer.

De 16-jarige in Rotterdam geboren Amsterdamse beleefde slechts een korte carrière, die nauwelijks drie jaar in beslag nam, maar door één incident in de herinnering bleef. Nida Senff viste ooit de meest besproken medaille uit het zwembad tijdens de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn. Zij veroverde haar goud op de 100 meter rugslag op een manier die nooit was vertoond of is herhaald. In de series was de ADZ-zwemster veruit de snelste en halverwege de finale lag zij ruim aan de leiding. Tot het noodlot toesloeg. Wat nooit eerder gebeurd was, Senff miste het keerpunt! Althans zij verzuimde volgens de reglementen de muur met de hand aan te raken voordat zij met haar voeten afzette.

Keerpunt gemist. Wat nu?
Om diskwalificatie te voorkomen zat er niets anders op dan terug te keren en alsnog aan te tikken. In een fractie van een seconde besloot zij tot die actie en hoopte daarmee in ieder geval een medaille veilig te stellen. Met goud had zij vanaf dat moment absoluut geen rekening gehouden. Vanuit een geslagen positie (zesde na de opnieuw uitgevoerde wending) sloeg zij tot groot enthousiasme van het verbijsterde publiek in het tweede deel alsnog ongenadig toe. Op de laatste meters moest zelfs landgenote Rie Mastenbroek, gevreesd om haar magistrale eindschot, er aan geloven en tikte Nida Senff als eerste aan.

http://vimeo.com 35253804 (kopieer de link, plak ‘m in de URL en scroll)

Nida Senff met trainster Mevr.De Dood-Koenen
na de 100m rugslag in Berlijn

Met de fenomenale alles-of-niets-race schreef de Amsterdamse zwemster Olympische geschiedenis op een nummer dat altijd al op het lijf van Nederlandse zwemsters geschreven leek te zijn. De 100 meter vormde in Berlijn toch al ‘hot news’, omdat titelverdedigster Eleanor Holm niet aan de start verscheen. De Amerikaanse werd wegens buitensporig drankgebruik op de bootreis naar Europa door chef de mission van haar land Avery Brundage (later ook IOC-voorzitter) uit de ploeg gezet!

De Olympische titel was internationaal het enige aansprekende wapenfeit van Nida Senff, de  wereldrecords op 5 rugslag afstanden even buiten beschouwing gelaten. Haar rijzende ster manifesteerde zich een jaar voor de Berlijnse Spelen en binnen korte tijd was zij ineens de beste van de wereld. In het na-Olympische jaar volgde nog een tweede Nederlandse titel op haar favoriete afstand, maar snel daarna zette de pupil van ADZ-trainster mevrouw A.S.de Dood-Koenen een punt achter haar korte, maar sensationele loopbaan.

Ouders van Toen
Dat had alles te maken met een man, die in het Olympisch jaar in haar leven kwam. Zijn naam was Stans Scheffer (22) en in Berlijn veroverde hij haar hart. Zijn olympisch blazoen was minder indrukwekkend, want hij zwom bij de mannen alleen de serie van de 100 meter rugslag. Wel behaalde hij drie Nederlandse titels en EK-brons in 1938 op de 100 rug.

Ouders van Toen, een dit jaar  (2020) verschenen boek, geschreven door Hans Scheffer

Zoon Hans Scheffer schreef een boek of beter gezegd doet een boekje open over het leven van zijn ouders met als titel “Ouders van Toen”, kroniek van een ontwrichte familie. Het boeiende relaas is niet in de boekhandel te verkrijgen, maar kan besteld worden bij ABC Amsterdam https://abc.nl

Ouders van Toen ISBN 978 94 925 6369 0 NUR 402

Toen Jolanda de Rover in 1984 Olympisch goud behaalde op de 200 meter rugslag ontmoette zij op een speciale bijeenkomst in Amstelveen twee andere coryfeeën uit haar woonplaats Amstelveen, Wielrenner Peter Post en Nida Coutourier-Senffe, een van haar voorgangsters met Olympisch zwembad. Ook Ada Kok (geheel rechts), 16 jaar eerder in Mexico winnares op de 200 vlinder, was bij die gelegenheid aanwezig!

Prominente ontmoeting in Amstelveen met v.l.n.r. Peter Post, Nida Coutourier-Senff, Jolanda de Rover en Ada van der Linden-Kok. (Foto Swimjos Archief)

 

 

Annemarie Verstappen eerste Nederlandse zwemster met WK-goud (1982)

Bij een kringwedstrijd in juni 1982 in Breda kreeg Annemarie Verstappen van haar trainer Honk Veldman (BZV Solar) de opdracht om op de 200 meter vanaf het startsignaal voluit te gaan en heel snel te openen. Deze aanpak paste wel in de voorbereiding naar de WK 1982, zo vertelde hij mij telefonisch, die een paar maanden later zouden worden gehouden. De eerste twee banen gingen in 58 seconden en dat stond gelijk aan een soort zelfmoordpoging op weg naar de volgende honderd meter. De toen zestienjarige zwemster kwam dan ook min of meer aanspoelen en andere trainers konden niet nalaten Veldman met enig leedvermaak te wijzen op onverstandige coaching. Maar de tijd van 2.01.7 was wel een pr. Zelf vond ik het ook wel gewaagd. Maar een verslaggever moet vooral luisteren en zijn oordeel voor zich houden.

Met trainer/coach Honk Veldman en
de laatste instructies. @Swimjos Archief

Oost-Duitse zwemsters waren net mannen
In augustus herhaalde de Brabantse haar tactiek bij de wereldkampioenschappen in Guayaquil, een havenstad in Ecuador. Dat toernooi was zij goed begonnen met zilver op de 100 vrij op slechts 0,1 seconde van de struise Oost-Duitse Birgit Meineke. Bij vertrek op Schiphol twee weken eerder had zij er zin in, hoewel het allemaal spannend was. Eerste grote vliegreis, eerste keer Zuid-Amerika en haar eerste WK. In een terugblik van het Brabants Dagblad van zaterdag 8 augustus kwam zij terug op haar ervaringen. “Spannend, natuurlijk, maar de ploeg was heel leuk met enkele leeftijdsgenoten. Oost-Duitse zwemsters waren onverslaanbaar. Het waren net mannen met hun sterke bovenarmen, niet normaal. Vergeleken met hen was ik maar een schriel meisje. Maar ik voelde me vanaf de eerste dag goed in vorm, zowel op de 100 als de 200 meter en ik had weinig last van spanning.”

De Nederlandse ploeg (9 dames en 6 heren) van bondscoach Bert Sitters was goed geacclimatiseerd dankzij de drie weken voorbereiding in Guayaquil en dat was een goede greep geweest van de ploegleiding, die verder bestond uit chef d’équipe Wil Storm, de coaches Wim Geurtsen en Rian Smit, fysiotherapeut Arnold en dokter Henk Elzerman Sr.

Ontspannen gevoel, het toverwoord in Guayaquil

Ineenstorting
Internationale volgers op de perstribune hielden hun hart vast en voorspelden een totale ineenstorting van de Nederlandse, die meer bekend stond als een gevaarlijke sprintster (zij had inmiddels zilver veroverd op die afstand) dan een tactisch gelouterde 200 meter zwemster. De favoriete, Birgit Meineke, tot dan toe de snelste in de wereld, zou ongetwijfeld toeslaan op de laatste meters, zo werd algemeen aangenomen. Verstappen, als vierde geplaatst voor de finale, gaf echter geen krimp en twijfelde alleen een beetje toen zij op 150 meter nog steeds als eerste keerde. “Straks word ik wereldkampioen, flitste het door me heen en daarna herpakte ik me direct  en kon me net op tijd concentreren op mijn slagen.”Hoewel haar voorsprong slonk tikte zij aan in een tijd onder de twee minuten en mocht zich  volstrekt onverwacht de wereldkampioene noemen! Een schitterend cadeau voor haar moeder, die in Nederland haar verjaardag vierde zonder dochterlief.
De sensatie was compleet toen ook Annelies Maas als derde finishte. “Het stadion ging uit zijn dak, want voor het eerst was een Oostduitse  zwemster verslagen. Ik zwaaide maar een beetje naar het publiek, want op een baanlijn gaan zitten of uitbundig juichen dat kwam niet bij me op. Ik was een heel bedeesd meisje en wist niet wat me overkwam”, vertelde zij 38 jaar na deze stunt aan verslaggeefste Natasja Weber.

Flabbergasted
Een absoluut kunststukje waar zij volgens de flash-interviews in de Mixed zone direct na de wedstrijd ‘flabbergasted’ ofwel sprakeloos (verbijsterd) van was. De MAVO-scholiere was inderdaad geen prater en waarschijnlijk ook totaal verrast dat haar prestatie met goud beloond was.

Uiteraard sierde een foto met de wereldkampioene en de nummer drie Annelies Maas de cover van de Zwemkroniek,

De WK in de Zuid-Amerikaanse havenstad Guayaquil maakten van Annemarie Verstappen uit het Brabantse Kruisstraat, een klein dorp in de gemeente Rosmalen, een Nederlandse zwemster van naam. Na de Tour de France viel er niet zoveel te beleven voor Nederland was de algemene gedachte. Nou ja, de NOS-televisie was niet naar Zuid-Amerika afgereisd  en Jos van Kuijeren moest het voor de NOS- radio doen met behulp van een gewone telefoon zonder technische ondersteuning van een producer. Nederland werd verder op de hoogte gehouden door krantenverslaggevers Hans van Wissen (Volkskrant) en Joop van der Flier (ANP). Ook Speedo was er bij in de persoon van Ada Kok! De aanwezige volgers hadden het goed gezien: Nederland eindigde in het landenklassement als zesde en moest bij de dames alleen grootmachten Oost-Duitsland (DDR) en de USA vóór zich dulden. Naast de vier medailles bestond de positieve balans ook uit 17 finaleplaatsen en 20 Nederlandse records (inclusief 6 jeugdrecords).

Op Schiphol met de medailles na een vermoeiende vliegreis. @Swimjos Archief

Na Guayaquil zwom Annemarie Verstappen nog vier jaar door op topniveau. Bij de WK in Madrid was zij vooral op dreef in de estafettes (3xbrons), Nooit meer voelde zij zich zo ontspannen als in 1982. Wel genoot zij van de extra’s, die een topsportloopbaan ook kan opleveren zoals een bezoek aan Australië in januari 1987 op uitnodiging van de toen bekende trainer Bill Sweetenham. In haar leven na de sport werkte zij kort voor de badpakkenfirma Golden Cup, trouwde zij en ging verder onder de naam Annemarie Janssen. Twee dochters Stephanie en Frederique (EJK 2015 Bakoe) traden in haar voetsporen. Zoon Vincent werd een bekend beroepsvoetballer en speelde o.a. voor het Nederlands elftal. En dus waren vader en moeder Janssen veelvuldig op de voetbaltribune te vinden. En zij nodigden mij uit om dat ook eens te doen bij een wedstrijd van AZ in Alkmaar. Ik mocht na afloop ook mee naar het spelershome. En dat zijn weer leuke dingen voor een zwemjournalist!

Sportvrouw van het Jaar
Dankzij de wereldtitel werd Annemarie Verstappen verkozen tot Sportvrouw van het Jaar in een live-uitzending van de AVRO-televisie. Provinciale jury’s bepaalden de uitslag en na een spannende nek-aan-nek race versloeg zij tafeltennister Bettine Vriesekoop (die dat verlies maar moeilijk kon accepteren) en Annelies Maas.

Annemarie Verstappen samen met Ada Kok (links) en Enith Brigitha, die haar voor gingen als sportvrouw van het Jaar. @Swimjos Archief

 

Johnny Weismuller, Olympische topzwemmer en beroemd op het witte doek (Me Tarzan, you Jane)

De Amerikaanse zwemmer en acteur Johnny Weissmuller werd op 2 juni 1904 als zoon van een Etnische Duitser geboren in Timisuara op de grens van Hongarije en Roemenië (toenmalige Oostenrijk-Hongaarse rijk) en kreeg de naam János Weissmüller. Toen het ventje zeven maanden oud was emigreerde het gezin Weissmuller naar de USA. Familie in Chicago ving Johnny en zijn ouders op, maar korte tijd later vestigden zij zich in de mijnstad Windber in Pennsylvania. Enige jaren later woonde de Weissmullers in Chicago, waar vader een bar uitbaatte en aan de drank raakte. Na de scheiding van zijn ouders groeide Johnny Weissmuller op bij zijn moeder. Over deze zwemmer, die na een stormachtig en bewogen leven overleed in 1984, is veel geschreven en te zien. 

Olympische Spelen
Al op jonge leeftijd ging Johnny Weissmuller zwemmen op advies van een huisarts, die zijn borstkas wat iel vond. Vele jaren later, toen hij echter door de zwemsport een behoorlijk  gespierd lichaam had gekregen, bracht een vriend hem in contact met ‘Big’ Bill Bachrasch, die zijn weldoener zou worden. Het contact met deze corpulente trainer verliep af en toe stormachtig. Hij moest al het aangeleerde vergeten en zweren dat hij alle opdrachten uitvoeren zonder vragen te stellen. “Je zult mijn slaaf zijn en me haten, maar uiteindelijk zul je ieder record breken dat je maar wilt”, zou de autoritaire coach wel eens gezegd hebben. De strenge trainer verscheen niet in trainingspak aan de badrand, maar was graag gekleed in een driedelig kostuum en een hoed. Ook een dikke sigaar behoorde bij zijn verschijning.
Tussen de bedrijven door werkte de jonge Johnny Weissmuller in het Plaza Hotel als piccolo en oefende en trainde hij in zijn vrije tijd bij de Illinois Athletic Club.

Weismuller met zijn voorganger Duke Kahanamoku  Johnny Weissmuller en zijn trainer Bill Bach

Links: Twee Olympische grootheden:  Weissmuller en de man van Hawaii Duke Kahanamoku
Rechts: De jonge Weissmuller en zijn ontdekker en trainer Bill Bachrasch (foto’s Musee Olympique Lausanne)

Weissmullers talent was aangeboren. Nieuw voor de twintiger jaren van de vorige eeuw was het accent op vooral de armen en nauwelijks benen. Zonder ooit te klagen slikte de jongen al zijn eisen en ontwikkelde een krachtige slag waardoor hij hoog in het water kwam te liggen. Bachrasch legde daarbij de nadruk op de hoofdhouding om voldoende zuurstof naar binnen te krijgen. Als er geen afscheiding van de baanlijnen met kurkdrijvers, legde de trainer soms zijn hoed op de rand van het bad en vroeg de kampioen daar recht op af te zwemmen.

Toen  Weissmuller een paspoort aanvroeg gaf hij als geboorteplaats Windber, Pennsylvania op, waardoor hij als Amerikaan mee kon doen aan internationale wedstrijden.Op 9 juli 1922 verbeterde hij het wereldrecord van Duke Kahanamoku (1.00.4) op de 100 meter vrije slag en bracht het in een 25 meterbad op 58,4 seconden. Daarmee was hij de eerste zwemmer ter wereld, die de afstand binnen de minuut kon afleggen. Twee jaar later was hij in Miami zelfs een seconde sneller met 57.4,
Op deze afstand zegevierde hij ook op de Olympische Spelen van 1924 en 1928. Bovendien was hij ook de snelste op de 400 meter vrije slag en maakte hij deel uit van het team, dat won op de 4x200m vrije slag estafette.
Ook op de Olympische Spelen in 1928 in Amsterdam won Johnny Weissmuller twee gouden medailles: 100 vrij en de estafette, op de 400 meter werd het brons.

Metro-Goldwyn-Mayer

Na de Olympische Spelen in Amsterdam verzorgde Johnny Weissmuller een groot aantal zwemdemonstraties in veel Amerikaanse steden . In 1928 maakte hij  ook voor het eerst kennis met de filmwereld. Dat ging niet zonder slag of stoot. Hij liet zich pas ‘verleiden’ tot een screentest toen hem ontmoetingen met topsterren als Greta Garbo en Clark Gable in het vooruitzicht werden gesteld. Toen anderen een producer erop attent maakte dat hij een Olympisch kampioen zwemmen was, ging het balletje pas echt rollen. Uiteindelijk tekende Weissmuller een zevenjarig contract met Metro-Goldwyn-Mayer. ‘Tarzan the ape man’ (1932) betekende de internationale doorbraak van Weissmuller als acteur. Deze rol werd eerder gespeeld door Elmo Lincoln, maar werd beroemd gemaakt door Johnny Weissmuller. Voor altijd zou zijn naam in verband worden gebracht met de stoere filmster met een ‘beperkt’ vocabulaire (Me Tarzan, you Jane). De kreet werd alleen maar in zijn eerste productie gebruikt! Een andere topzwemmer uit die tijd was Buster Crabbe en ook hij maakte furore op het witte doek . Deze 16-voudige wereldrecordhouder en Olympisch kampioen 400 meter vrije slag in Los Angeles 1932 speelde in maar liefst  170 films, …….nadat hij was afgewezen voor Tarzan.

Swimming Hall of Fame
Hoe prominent Weissmuller wel was, kwam niet alleen tot uiting in de filmwereld. Dankzij zijn in het zwembad opgebouwde faam riep de internationale sportpers hem uit de beste sportman van eerst helft 20-ste eeuw en uiteraard werd hij opgenomen in de Swimming Hall of Fame in Fort Lauderdale in Florida. Dat overkwam ook Buster Crabbe. Toen Ada Kok in gezelschap van Klenie Bimolt in 1965 op uitnodiging deel namen aan wedstrijden in Los Angeles was dat een prachtige gelegenheid om met beide heren op de foto te gaan. Ada zelf werd in 1976 opgenomen in de Amerikaanse Hall of Fame.

Illuster drietal in Los Angeles 1965 met v.l.n.r. Johnny Weissmuller, Ada Kok en Buster Crabbe @Foto privé verzameling)

Weissmuller in Nederland
Bij de Olympische Spelen in 1928 was Weissmuller een zeer bekende en geliefde verschijning, die handtekeningen uitdeelde en met ieder die dat wilde op de foto ging. Toegegeven, er waren geen sociale media, maar in de Zwemkroniek van die tijd haalde de Amerikaan het nieuws als hij weer eens een wereldrecord zwom. Een van de lezers stak zijn bewondering niet onder stoelen of banken en schreef zelfs een lofdicht op zijn idool.

 

 

Gedicht voor Johnny Weissmuller Zwemkroniek 1924

Donderdag 9 juli jl. was filmster-zwemmer Johnny Weissmuller onderwerp van gesprek in de sporthistorische rubriek van het NPO 1 Programma Langs de Lijn en Omstreken (Radio), waar schrijver dezes ook aan mocht meewerken.
Johnny Weismuller, kampioen in het zwembad en Tarzan op het witte doek: https://www.nporadio1.nl/langs-de-lijn-en-omstreken/onderwerpen/61552-2020-07-09-johnny-weismuller-kampioen-in-het-zwembad-en-tarzan-op-het-witte-doek

(deze link in de browser plakken)

Zwembad De Houtvaart in Haarlem

Nog steeds wordt de gevel van zwembad de Houtvaart in Haarlem gekenmerkt door een afbeelding van Johnny Weismuller, die daar voorafgaand aan de Olympische Spelen van Amsterdam 1928 menig training afwerkte. Reden voor Marcel Tabbers, Simon Franken (voormalig HPC-er en jeugd international) en een Italiaanse vriend om met deze beroemdheid van weleer virtueel op de foto te gaan vóór zij in het water doken.

Tot slot
(Bronnen: Encyclopedia of Swimming 1971 Pat Besford, De Olympische Spelen 1896-2004 van Athene tot Athene, Wikipedia, YouTube, https://www.google.nl/search?q=Johnny%20Weissmuller&id_event=5f1167aff9a74b7257d9e731#r)

 

Zuid-Afrika en Nederland: Irene van der Linden, Jonty Skinner, Niels Bouws

In de beginjaren zestig van de vorige eeuw werd Zuid-Afrika naar aanleiding van de steeds gewelddadiger wordende Apartheidspolitiek  uitgesloten van deelname aan de Olympische Spelen met ingang van Tokyo 1964. Pas in 1992 de sporters weer welkom bij de Spelen.
Sportief was het voor voor het land een enorme opdoffer, maar het leven ging door. Een jaar voor de Olympische uitsluiting (in 1963) had een Nederlandse delegatie van EK-medaillewinnaars Klenie Bimolt, Ada Kok, Erica Terpstra, Rîa van Velsen en Adrie Lasterie o.l.v. Betty Heukels en Mevr.Vlothuizen-Foursoff,  schoonspringster Annita Smith en een groep kunstzwemsters nog wel een toer van zes weken gemaakt door het land met veel Nederlandse wortels en historie. Naast officiële wedstrijden zoals de Zuid-Afrikaanse kampioenschappen en een landenontmoeting waren er diverse demonstraties in allerlei staten en steden. Voor de ploeg was het een onvergetelijke ervaring. Latere bezoeken (zoals van Ada Kok in 1969) en Enith Brigitha (in 1973) werden door de KNZB ontraden en verboden).

Ada Kok heeft over de trip geschreven. De reis maakte diepe indruk op haar. Ook in het boek van Erica Terpstra wordt de reis genoemd. https://lezenoverzwemmen.nl/henk-lichtenveldt-ada-kok-1968/

1963 Een deel van de Nederlandse delegatie In officiële kleding bij een receptie in Zuid-Afrika .Linksonder Klenie Bimolt., daarboven Erica Terpstra, Betty Heukels, Ada Kok, Hetty Balkenende (kunstzwemmen) en Ria van Velsen. @privé afbeelding.

Karen Muir
Omgekeerd was  het wel mogelijk dat bijvoorbeeld Karen Muir, als 12-jarige de jongste wereldrecordhouder ooit, welkom was in Nederland. In 1967 maakte de toen 14-jarige topper in 1967 met haar machtige armslag veel indruk bij de Euro Zwemlust Trophy in Utrecht. Nederlandse rugslagzwemsters van toen (Cobie Sikkens en Cobie Buter) hadden niets in te brengen. Twee jaar later onttroonde zij bij dezelfde wedstrijden in Utrecht Olympisch kampioene Kaye Hall (1.06.2) als wereldrecordhoudster met 1.05.6 (1.05.58 Gatsometer).


V.l.n.r. Cobie Sikkens, Karen Muir en Cobie Buter in 1967 @Nationaal Fotoarchief

Wereldrecordhouder Jonty Skinner
Door de ontwikkelingen in haar thuisland proefde zij nooit van Olympische roem. Dat gold zeven jaar later ook voor de in de USA studerende Jonty Skinner (Universiteit van Alabama), die bij de Amerikaanse kampioenschappen alle frustratie van zich afzette en met 49.44 een halve seconde sneller was dan Jim Montgomery bij de Olympische Spelen in Montreal 1976. Later werd hij hoofd-coach van het zwemteam op de universiteit, waar ook de Nederlanders Winand Willigers (1988-1991) en diens oomzegger Laurent Bams (2016-2019) hebben getraind.

https://www.facebook.com/CrimsonTideSwimmingAndDiving/videos/700663583416680/

Niels Bouws
In de jaren zestig en eerder was het niet ongewoon dat avontuurlijk ingestelde en vooral leergierige Nederlandse trainers hun heil in het (verre) buitenland zochten. Ook toen was er al sprake van globalisering. Spanje was erg in trek bij Kees Oudegeest, Jan Freese en Bert Sitters, terwijl Niels Bouws om die reden Amsterdam verruilde met Kaapstad.

Irene van der Linden, schoolslagparel van Nederlandse origine


Coach Niels Bouws en schoolslagzwemster Irene van der Linden @Facebook Niels Bouws
In 1972 kwam de door Niels Bouws getrainde Irene van der Linden naar Nederland om mee te doen met de winterkampioenschappen (NK korte baan) in de Haagse Morgenstond op o.a. de 100 en 200m schoolslag. Op dat moment was zij als pas 14-jarige zelfs Zuid-Afrikaans recordhoudster. Op de 200 meter was zij al sneller geweest dan het NR, dat Alie te Riet bij wedstrijden in Bremen eind februari had gebracht op 2.41.60.

De ouders van Irene emigreerden in de jaren vijftig naar Zuid-Afrika, waar haar vader bij de spoorwegen werkzaam was als ingenieur. Op een gegeven moment kwam de familie Van der Linden naar Kaapstad om daar vakantie houden en omdat dochter Irene graag zwom kon zij enkele weken terecht bij de zwemvereniging, waar de Nederlander Niels Bouws trainer was..

Na die vakantie en thuiskomst in Natal besloten de ouders, dat dochterlief het jaar daarop bij Bouws kon en mocht trainen, als er een familie gevonden kon worden in Kaapstad, die haar kon opnemen in hun gezin. Dat lukte en Irene kwam naar de Kaap toen ze 12 jaar oud werd.

Bij de Zuid-Afrikaanse Kampioenschappen in 1972, ze werd toen 14, brak ze het nationale record op de 200 meter schoolslag en dat was ook al sneller dan het Nederlandse record dat Alie te Riet bij wedstrijden in Bremen eind februari had gebracht op 2.41.60.

Het idee ontstond om naar Nederland te gaan en zo te proberen Irene voor de Nederlandse Olympische ploeg te kwalificeren. Ze zou dan bij haar familie in Amersfoort wonen.

De Nederlandse concurrenten van Irene van der Linden.
Links Tineke Hofland, rechts Alie te Riet. @Swimjos Archief

Zwemmers ongeluk pakt verkeerd uit
Het verhaal dat Niels Bouws mij vertelde kreeg een heel andere wending dan was voorzien: “Zelf had ik een beetje geld opzij gelegd als partner in een restaurant en wilde wel weer eens een tijdje in Amsterdam wonen bij mijn broer.” Dus we kwamen naar Nederland en trainden in het Hilversumse overdekte,  waar ook Jan Stender De Robben heeft getraind.

Bij de eerste kwalificatie wedstrijden, de Nederlandse winterkampioenschappen op de 25 meterbaan in Den Haag, werd Irene aan het einde van het inzwemmen, toen ze uit het water wilde klimmen door een crawlzwemmer, die een keerpunt-salto maakte, door zijn hielen tussen de schouders geraakt en moest zij door Dr.Elzerman worden behandeld. Meedoen aan de kampioenschappen was uitgesloten.
Het Nederlandse tweetal Tineke Hofland (ZIAN) en Alie te Riet (Zwemlust) voldeed intussen op de 100 en 200m schoolslag ruimschoots aan de Olympische limieten (1.15.8 en 2.46.3) en als de dames intensief zouden blijven trainen en op de lange baan vertrouwenwekkende tijden zouden produceren lag hun Olympische ticket vrijwel zeker klaar, zo was afgesproken met hun clubtrainers.

Irene van der Linden kon voorlopig niet meer aan de wedstrijden, er stonden landenwedstrijden in Hannover en Rome op het programma,  meedoen. Maar in de zomer stond de achterdeur voor München nog op een kier als zij alsnog sneller zou zijn dan het genomineerde duo. De blessure behandeling werd gedurende de hele zomer, op kosten van de KNZB verzekering, verder gedaan. “Heel goed”, vond Bouws.

Irene kon ook na een paar weken de training hervatten. Na overleg van Wim den Boer, toen directeur van het Bondsbureau KNZB  met Wout Gerritse, trainer van o.a. Anke Rijnders, kon Irene haar schema’s, zoals ze gewend was bij Niels Bouws in training afwerken bij AZ&PC in het zwembad in Leusden.

Bouws vervolgt met: “Bij de tweede kwalificatie mogelijkheid, de Nederlandse kampioenschappen in zwemstadion Den Hommel te Utrecht eindigde zij als tweede op de 200m schoolslag in 2.48.5, vrij goed, maar het was geen Nederlands record of snel genoeg voor de Olympische limiet (2.46.3). Ze werd niet gekozen voor de OS in München, hoewel het meisje dat derde werd wel mee mocht. We hadden er “de pest in”! Dat begrijp je wel!”

De werkelijkheid was iets genuanceerder, zoals een van de bondscoaches van toen, Nico van Dam verduidelijkte  “Het NK gold voor de reeds geselecteerden als tussenstation voor München. Dat iemand anders die tweede werd, die hiervoor gepiekt heeft, een geselecteerde kandidaat versloeg was dus goed mogelijk.” Dat betekende echter niet automatisch kwalificatie. Toen al waren er bij kwalificatie begrippen als ‘vormbehoud’ en ‘richttijden’ voor kandidaten die al op een eerder moment kwalificatie hadden afgedwongen.

Niels Bouws met zijn West-Duitse pupil Birgit Schulz bij de Wereldkampioenschappen in Madrid 1986. @Swimjos ArchiefHoe het verder verliep met trainer Niel Bouws
Niels Bouws besloot zijn verhaal als volgt: “Na de wedstrijden in Utrecht ben ik met een Nederlandse vriend, ook trainer in Zuid-Afrika, Rudy Spoor, naar München gereden, waar we  de Spelen konden bezoeken. Ik kreeg hulp van Don Gambrill en Peter Daland, de chefs van het USA-Team. Maar ook van een Duitse trainer, die Kaapstad had bezocht met een team uit Würzburg.

Daardoor kreeg ik eerst een passe-partout om bij de zwemtrainingen aanwezig te zijn en een voor de speciale tribune voor de Amis. Daar heb ik o,a, ook filmster Kirk Douglas leren kennen! Kirk zag me 4 jaar later met de Duitse Ploeg in Montreal lopen. Toen we elkaar zagen, zei hij tegen mij “You made it”!

Niels Bouws was lange tijd als coach betrokken bij de Duitse Zwembond (Deutscher Schwimm-Verband of DSV). Hij woont tegenwoordig na een verblijf in Zuid-Afrika weer in Heidelberg.